Project R-12212

Titel

Naar een hogere graad van rechtsbescherming van de belastingplichtige bij internationale mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in het internationaal fiscaal recht (Onderzoek)

Abstract

Wanneer verschillende landen zich bevoegd achten dezelfde winsten van een onderneming te belasten, wordt een grensoverschrijdende handelsactiviteit benadeeld. Daarom worden bilaterale verdragen afgesloten waarin landen hun taxatiebevoegdheid afstemmen. Niettemin blijft een risico bestaan dat een verdrag door twee landen verschillend wordt geïnterpreteerd, waardoor uiteindelijk beide wel of niet belasten. De onderneming kan dan opteren voor het opstarten van interne rechtsprocedures in elke betrokken Staat om de naleving van het verdrag af te dwingen. Het risico bestaat evenwel dat ook nationale rechtbanken in beide Staten tot een tegenstrijdige uitspraak zouden komen. Daarom werd de onderlinge overlegprocedure ingevoerd, waarin Staten in geval van een geschil met elkaar overleggen om gezamenlijk een oplossing overeen te komen. Komen ze er niet uit, werd een bijkomende mogelijkheid voorzien voor een bindende arbitrageregeling. Evenwel is niet duidelijk welke rechten en/of plichten een belastingplichtige in deze procedures heeft. Na het opstarten van de procedure, is zijn betrokkenheid verder beperkt. Dit wordt in de doctrine betreurd, zonder evenwel op een fundamentele wijze de rechtspositie van de belastingplichtige onder deze procedures te definiëren. Een heldere beschrijving van deze rechtspositie moet toelaten op meer gefundeerde basis aan te geven welke rechten een belastingplichtige hieraan wel of niet ontleent, en bijgevolg wel of niet zou moeten kunnen inroepen.

Periode

01 november 2023 - 01 november 2023