UHasselt-onderzoeker Ingeborg Pecqueur ontving op 13 december 2024 haar doctoraatstitel. De doctoranda in de biologie is zo de 1.500ste onderzoeker die een doctoraatstitel aan UHasselt behaalt. “Een nieuwe mijlpaal voor onze universiteit, waarmee we tonen dat we de voorbije decennia enorme sprongen hebben gemaakt als het gaat om impact”, zegt rector Bernard Vanheusden.
45 jaar na de eerste doctoraatsverdediging aan UHasselt legde onderzoeker Ingeborg Pecqueur vrijdag 13 december haar doctoraatsverdediging af. Het 1.500ste in de geschiedenis van de universiteit. “Het allereerste doctoraat, aan het toen nog Limburgs Universitair Centrum, werd afgelegd op 29 november 1979 door Greta Vervliet van de faculteit wetenschappen. Het grote auditorium op campus Diepenbeek was die dag tot in de nok gevuld, er zaten zelfs mensen op de trappen”, vertelde rector Bernard Vanheusden in zijn felicitatieboodschap naar aanleiding van deze mijlpaal in het UHasselt-onderzoek. “Sinds die dag heeft UHasselt enorme sprongen vooruit gemaakt. In haar opleidingsaanbod, in haar campussen en gebouwen én niet op zijn minst in haar onderzoek. Dit kon niet zonder het werk en de inspanningen van oud-collega’s, pioniers en de vele collega’s die dit nu nog steeds enthousiast voortzetten. Zoals de vele UHasselt-proffen die hun rol opnemen als promotor van doctoraten en ook de collega’s van Doctoral Schools, die doctoraatsstudenten de juiste omkadering bieden om vaardigheden te ontwikkelen die van pas komen in zowel hun onderzoek als daarbuiten. Ik wil ieder van hen dan ook nog eens uitdrukkelijk bedanken.”
Biologische bodemverbeteraar
Tijdens haar doctoraat onderzocht dr. Ingeborg Pecqueur hoe biochar, een type van houtskool die ontstaat door biomassa chemisch te kraken bij hoge temperatuur, gebruikt kan worden om planten beter te laten groeien. Ook wanneer deze planten zijn blootgesteld aan zware metalen. “Verder heb ik gekeken of we biochar kunnen gebruiken om de huidige turf te vervangen bij het kweken van aardbeien. Uit mijn onderzoek blijkt dat biochar zeker een waardevolle component is in het vervangen van turf, en dat zonder in te boeten op de groei van de aardbeien. Daardoor is deze bodemverbeteraar een goede oplossing om onze landbouw te verduurzamen, hetgeen zeker nodig is omdat de huidige landbouwactiviteiten nu teveel druk uitoefenen op onze leefomgeving en niet altijd even duurzaam zijn.”
Concreet onderzocht Ingeborg Pecqueur verschillende soorten biochars, allemaal gemaakt uit andere types van biomassa, om planten te laten groeien in een testomgeving. Steeds met een controlegroep van planten die groeiden zonder gebruik van biochar. Telkens toonde het onderzoek aan dat biochar zowel het potentieel heeft om de plantengroei te verbeteren op bodems die vervuild zijn door metalen als ook als vervanger van turf bij de kweek van aardbeien. Weliswaar heeft elke biochar zijn unieke eigenschappen en is het dus essentieel om de gepaste biochar te selecteren voor iedere specifieke toepassing. In een volgende stap wil de onderzoeksgroep binnen het Centrum van Milieukunde aan UHasselt nu veldexperimenten opstarten om na te gaan welk effect biochar heeft op de plantengroei in een veld en op de bodem.
Dit doctoraatsonderzoek kon rekenen op financiële steun van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO Vlaanderen) en gebeurde in samenwerking met proefcentrum fruitteelt Sint-Truiden en het Instituut voor Landbouw, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO).