Algemeen
De Ethische Commissie Dierproeven (ECD) heeft als opdracht:
ECD huishoudelijk reglement (pdf, 72 KB)
Interne regelgeving en algemene wetgeving
gedetailleerde flowchart (pdf, 197 KB)
Evaluatie van een project gebeurt op basis van nationale en internationale richtlijnen vastgelegd in de Wet van 14 augustus 1986, betreffende de bescherming en het welzijn van dieren, en het Koninklijk Besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren. Dit KB is een rechtstreeks gevolg van het aannemen van de nieuwe Europese Richtlijn 2010/63/EU over het gebruik van dieren voor wetenschappelijke doeleinden.
Een project wordt geëvalueerd op basis van een onderzoeksvoorstel waarbij gebruik dient te worden gemaakt van een model ethische matrix formulier. Maandelijks wordt door de ECD een overleg gepland met de verantwoordelijke onderzoekers van de ingediende projecten, waarbij een besluit wordt genomen gebaseerd op de dialoog tussen de onderzoekers en de ECD leden.
De projectevaluatie wordt uitgevoerd met een mate van uitvoerigheid die past bij het soort project en is specifiek bedoeld om te verifiëren of het project aan de volgende criteria voldoet:
De projectevaluatie omvat in het bijzonder:
Elke wijziging aan het onderzoeksvoorstel (bijvoorbeeld het te gebruiken aantal dieren, de gebruikte onderzoeksmethoden, de looptijd van de dierproef) moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de ECD alvorens te proef te mogen vervolgen. Hierbij moet eveneens een tussentijdse evaluatie van de reeds uitgevoerde experimenten worden toegevoegd aan het onderzoeksprotocol.
Een aanvraag tot goedkeuring door de ECD moet tevens een niet-confidentiële niet-technische samenvatting (NTS) van het onderzoeksvoorstel bevatten. Deze samenvatting bevat informatie over de doelstellingen van de dierproef, het aantal en de soorten gebruikte proefdieren. Deze samenvatting moet bovendien een inschatting weergeven van de voorspelde schade en baten van de dierproef en tegelijk ook aantonen dat aan de vereiste vervanging, vermindering en verfijning van dierproeven wordt voldaan. De samenvattingen van de goedgekeurde projecten worden publiek gemaakt.
Na afloop van de dierproef dient een retrospectieve analyse te worden voorgelegd aan de ECD. Hierin wordt onder meer een overzicht gemaakt van de uitgevoerde experimenten, de hiervoor gebruikte dieren (aantal, soort, geslacht, e.d.), inzichten voor alternatieven voortvloeiend uit de uitgevoerde experimenten, en eveneens een welzijnsevaluatie van de dierproef waarbij een vergelijking wordt gemaakt tussen het ingeschatte ongerief voor aanvang van de proef en het werkelijke ongerief dat de dieren hebben ondervonden tijdens de proef (met verklaring van een eventuele discrepantie).
Alle gegevens met betrekking tot een dierproef of onderzoeksvoorstel worden bewaard tot drie jaren na afloop van de dierproef waarop de gegevens betrekking hebben.
Om aanvaard te worden als Ethische Commissie moet deze bij de Dienst aantonen dat zij voldoet aan onderstaande voorwaarden:
De Dierenwelzijnscel heeft als opdracht:
Deze cel omvat ten minste één vertegenwoordiger van de personen belast met de bijzondere verzorging van de proefdieren en in voorkomend geval een vertegenwoordiger van de proefleiders. De deskundige belast met het toezicht op de gezondheid en het welzijn van de dieren heeft een begeleidende taak in deze cel. Een verantwoordelijke van de Dierenwelzijnscel is tevens lid van de ECD.
De Dierenwelzijnscel kan gecontacteerd worden via dierenwelzijnscel@uhasselt.be, voor vragen/bezorgdheden omtrent dierenwelzijn.