Een diepgeworteld maatschappelijk engagement, een flinke dosis passie, en de wil om als arts het verschil te maken: dat is wat Kristien Brouwers en Koen De Decker drijft. Dat bracht hen 22 jaar geleden naar Alice Springs (Australië) als huisarts voor de Aboriginal-gemeenschap.
Koen De Decker en Kristien Brouwers droomden er allebei van om als arts een verschil te maken in het buitenland. “Als kind droomde ik van Afrika”, vertelt Koen enthousiast. “En na ons doctoraat trokken we effectief naar Bophuthatswana, waar een nijpend tekort aan artsen was. Door de opkomst van AIDS en de toenemende politieke instabiliteit moesten we na zes jaar helaas terugkeren naar België.” Toch bleef de drang om internationaal iets te betekenen te groot.
"Australië was een sprong in het onbekende, maar het bleek de juiste keuze," zegt Kristien. "De gezondheidsproblemen binnen de Aboriginal-gemeenschap zijn complex. Hun levensverwachting ligt gemiddeld tien jaar lager dan die van andere Australiërs. Dat is confronterend. We werken al twee decennia aan verandering, maar structurele problemen blijven bestaan.” Toch blijven ze optimistisch. "We zien veel dokters komen en gaan, maar wij blijven, omdat we ervan overtuigd zijn dat onze inspanningen geen druppel zijn op een hete plaat”, vult Koen aan.
Alice Springs bleek ook een fijne plek om hun gezin groot te brengen. "Het ligt midden in de natuur, met spectaculaire uitzichten, adembenemende zonsondergangen en alle faciliteiten binnen handbereik," zegt Kristien. "Het enige waar we nooit aan wennen, zijn de temperaturen boven de 40 graden!"
KOEN: “ik er al heel lang van droomde om naar Afrika te gaan. Dokter worden leek mij de meest zinvolle manier om aan die droom invulling te geven.”
KRISTIEN: “Ik wist al vanaf mijn 12de dat ik dokter wou worden. Het liefst ook in het buitenland, want mij trok in geneeskunde ook vooral de zinvolle maatschappelijke taak aan, die je daarmee kan opnemen.”
KRISTIEN: “de familiale sfeer op de campus. Iedereen kende elkaar. Je vormde echt een hechte groep die samen dezelfde uitdaging aanging.”
KOEN: “Ook het 10-wekensysteem was revolutionair. Ik had in de middelbare school Latijn-Grieks gevolgd en had op vlak van de basiswetenschappen dus wel een inhaalbeweging te maken. Voor mij was dat systeem een goede zaak. Al betekende het wel dat je continu moest werken.”
KRISTIEN: “En continu onder druk stond. Ik vond dat vooral bijzonder zwaar.”
KOEN: “de agora. Dat was echt dé ontmoetingsplek. Ook aan de pingpongtafels kon je mij tijdens de pauze wel vaker vinden.”
KRISTIEN: “Of in de cafetaria. Tussen twee lessen ging iedereen daar een koffietje drinken.”
KOEN: “We hadden zoveel gepassioneerde en bekwame proffen in de opleiding. Eigenlijk bewaar ik aan ieder van hen wel goede herinneringen.”
KRISTIEN: “Iemand als Julia Creemers maakte op mij toch een bijzondere indruk. Zij was de allereerste vrouwelijke professor van het LUC. Een enorm inspirerende docente. Een rolmodel van formaat.”
KRISTIEN: “vooral onzeker en bang om te falen. Eén bepaalde prof – dat was dus niet degene die mij het meest inspireerde (lacht) – startte zijn eerste les met de mededeling: “Kijk eens naar de student die links van jou zit, en naar die rechts van jou. Slechts één van jullie drie zal volgend jaar slagen.” Dat hakte er bij mij stevig in. Ook de bissers en trissers die in de kleinere werkgroepen zo veel meer leken te weten dan ik, maakten mij onzeker. Ik heb in Diepenbeek vooral heel hard gewerkt.”
KOEN: “Ook ik was heel gefocust op mijn studies, en dat moest ook wel, want het was zware kost. We moesten echt enorme hoeveelheden zware materie verwerken.”
KOEN: “Notities maken (lacht), want hoewel de boekdrukkunst al eeuwen voordien was uitgevonden, moesten wij het toch vooral met onze eigen nota´s doen. Dat was in Leuven nadien niet anders.”
KRISTIEN: “De kopieermachine liep warm in de pauzes, want als het even te snel ging en je had iets gemist, dan moest je op de nota´s van anderen terugvallen. Daardoor leerde je natuurlijk wel goed samenwerken en delen met anderen. Je had elkaar echt nodig om die puzzel te leggen.”
KOEN: “Onze job als huisarts in Alice Springs is veel meer dan enkel medische zorg verlenen. We werken met een kwetsbare gemeenschap waar gezondheid verweven is met sociale en culturele uitdagingen. Het vereist veel geduld, flexibiliteit en een brede kijk op geneeskunde. We behandelen niet alleen chronische en acute aandoeningen, maar proberen ook preventieve zorg en educatie te integreren. Het is een job die veel vraagt, maar ook enorm veel voldoening geeft.”
KRISTIEN: “De Aboriginals zijn niet meteen de meest gezonde populatie. Enerzijds krijg je hier nog te maken met ziektebeelden zoals acuut gewrichtsreuma, bronciectasis, ernstige huidinfecties, syfilis of trachoom. Die ziekten komen in het westen nog amper voor. Daarbovenop komen ook de bekende, chronische ziektes zoals diabetes, nierfalen en hypertensie veel vaker voor bij Aboriginals. In combinatie met slechte woonomstandigheden, alcoholisme, laaggeletterdheid en therapieontrouw zorgt dat voor erg complexe ziektebeelden. Er is hier ontzettend veel werk. De typische westerse chronische ziekten komen hier vaak al op heel jonge leeftijd voor. Nierziekten – vaak veroorzaakt door heel slecht gecontroleerde diabetes – treffen immers veel kinderen en jongeren. Wij hebben in Alice Springs niet voor niets het grootste nierdialysecentrum van het zuidelijk halfrond.”
KRISTIEN: “Het uitdagendste is zonder twijfel de complexiteit van de medische problemen en de sociaaleconomische omstandigheden van onze patiënten. Je behandelt niet alleen een ziekte, maar moet ook rekening houden met culturele gewoonten, lage therapietrouw en moeilijke leefomstandigheden. Dat kan soms frustrerend zijn, maar het geeft ook voldoening wanneer je ziet dat je écht een verschil kan maken in iemands leven. De dankbaarheid en de band die we met de gemeenschap opbouwen, maken het werk heel waardevol.”
KOEN: “Onze job hier is ook bijzonder veelzijdig. Naast consultaties in de praktijk werk ik ook op de spoedafdeling en in een dermatologische praktijk. Die afwisseling zorgt ervoor dat het nooit routine wordt. Daarnaast is het contact met de Aboriginal-gemeenschap heel bijzonder. Het is een voorrecht om een rol te spelen in hun gezondheidszorg en om hun cultuur beter te leren begrijpen.”
KRISTIEN: “een brede motivatie. In de geneeskunde kom je er niet met alleen maar een grote fascinatie voor de medische wetenschap an sich. Er moet méér zijn dat je motiveert om er voluit voor blijven te gaan.”
KOEN: “Je kan motivatie putten uit het sociale engagement voor je patiënten, uit de rijke persoonlijke ervaringen die je door je professionele activiteit kan opdoen, en uit de intellectuele voldoening om moeilijke medische problemen op te lossen, maar… zo heb je toch verschillende movatie-pilaren om op te steunen.”
KOEN: “Ik hoop dat we met ons verhaal toekomstige artsen kunnen inspireren om een carrière in de internationale gezondheidszorg te overwegen.”
KRISTIEN: “Geneeskunde in een internationale en multiculturele context is ontzettend uitdagend, maar ook immens boeien. Hier kan je echt impact creëren.”