Project “Culturele diversiteit op de Vlaamse werkvloer”
ESF Doelstelling 2 (2007-2013), oproep 272 transnationaliteit type 4
De werkloosheid bij arbeidskrachten die in het buitenland geboren zijn ligt 2,5 keer hoger dan bij de geboren Belgen. In Vlaanderen had in 2010 slechts 44.4 % van de niet-genaturaliseerde allochtonen werk. Het EU27 gemiddelde is 58.5 %; een belangrijke kloof om tegen 2020 te dichten dus. Slechts 29.9 % van de niet-genaturaliseerde vrouwelijke allochtonen werkt. 57.8 % biedt zich niet op de arbeidsmarkt aan (t.o.v. 29 % bij de autochtone vrouwen).
In de verklaring van de lage vertegenwoordiging van allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt zijn een lage onderwijsgraad, taalachterstand en institutionele barrières belangrijke factoren. Maar ook socio-culturele factoren en de vraag op de arbeidsmarkt spelen een grote rol. Aan de ene kant kunnen allochtonen een weinig realistisch beeld van de arbeidsmarkt en hun kansen hebben, alsook een negatief zelfbeeld; aan de andere kant hebben sommige werkgevers een negatief beeld over de werkethiek van dit deel van de bevolking (inzet en motivatie). Ook lesgevers hebben vaak een negatief beeld van allochtone leerlingen/studenten en lesinhouden zijn vooral gericht op de autochtone middenklasse en zijn niet divers genoeg (verschillende culturen, socio-economische klassen).
Wanneer we 2 belangrijke groepen werkzoekenden van allochtone origine in Vlaanderen vergelijken, valt het op dat de werkloosheidscijfers bij Poolse werknemers (weliswaar vooral actief in bepaalde sectoren zoals de dienstverlening, de horeca en de bouw, en niet altijd met de beste contractvoorwaarden) lager zijn dan bij allochtonen van Turkse origine (belangrijkste groep herkomst buiten EU27 na Marokko). Dit is het geval zowel voor de oudkomers als voor nieuwkomers. Verschillende factoren kunnen hiervoor een verklaring bieden, zoals omgevingsfactoren (soort migratie, thuisland, vooropleiding) maar ook culturele kenmerken spelen een belangrijke rol. Wanneer in sectoren met bepaalde diplomavereisten allochtone kandidaten met het juiste diploma niet aangeworven worden is dit des te pijnlijker aangezien aanwezige specifieke talenten niet erkend/benut worden. Het huidige project wil de algemene perceptie over enerzijds Poolse (connotatie van “harde werkers”) en anderzijds Turkse werknemers bij autochtone Vlamingen onderzoeken en deze toetsen aan het onderzoek over deze twee herkomstculturen en aan het werkveld (Vlaamse, Poolse en Turkse werknemers, werkgeversorganisaties, opleidingsinstanties, VDAB, Steunpunt Inburgering en Integratie, enz.).
In samenwerking met de Poolse partner, gespecialiseerd in interculturele communicatie in bedrijfscontexten, worden de resultaten van de onderzoeksfase verwerkt in 2 eindproducten:
Dezelfde gegevens worden dus vertaald naar zowel de ene als de andere partij die elk cruciaal zijn in de problematiek, waarbij de reciprociteit en de gedeelde verantwoordelijkheid naar beiden toe onderstreept wordt.
In beide producten worden culturele verschillen en overeenkomsten tussen de Vlaamse en de Turkse cultuur verklaard aan de hand van concrete voorbeelden uit de werksfeer. Een objectief referentiekader voor het herkennen en interpreteren van culturele verschillen wordt zo aangeleerd. Hierbij wordt cultuur gekaderd als slechts een deel van de identiteit van ieder; ook iemands unieke persoonlijkheid, familiale context, socio-economische achtergrond en de context van de interactie zal zijn handelen en beweegredenen bepalen.
De interactieve mobiele applicatie zal werkgevers beter informeren en inzicht verschaffen in de onderliggende oorzaken van hun eigen perceptie van allochtonen om hen zo bewust te maken van eventuele vooroordelen en overtuigingen met betrekking tot het functioneren van allochtonen binnen het bedrijf. Aan de hand van concrete voorbeelden van good practice op de werkvloer worden uitingen van bepaalde cultuurkenmerken van Turkse en Poolse allochtonen verklaard en wordt aangetoond hoe deze het bedrijf ten goede kunnen komen.
Er wordt voor webleren gekozen omwille van de maximale toegankelijkheid (eender welk toestel, eender wanneer, eender waar) en de laagdrempeligheid van het medium voor de doelgroepen van zowel de werkgevers als de werkzoekenden met allochtone origine. Het is bovendien belangrijk dat de opleiding van werkzoekenden daarbij ook de huidige alomtegenwoordigheid van nieuwe technologieën in de maatschappij en op de arbeidsmarkt weerspiegelt. Het is de bedoeling dat de producten het bestaande aanbod aan diversiteitstraining aanvullen. Bovendien kunnen ze ook in volledige zelfstudie doorgenomen worden op computer, tablet of smartphone. De app voor werkgevers kan ook vrijblijvend ingezet worden voor autochtone werknemers voor wie het samenwerken met allochtone groepen nieuw of veel voorkomend is.
In een derde fase wordt de dienstverlening met de ontwikkelde producten opgestart i.s.m. VDAB (testsessies met doelgroepen) en de werkgeversorganisaties (on-line tests).
01.01.2014 - 31.12.2015
A. Gelan
E: anouk.gelan@uhasselt.be | T: +32 11 268660