Linguaplan Limburg (1990-1996)

Omschrijving

Linguaplan Limburg is een internationaal onderzoek naar specifieke taalbehoeften binnen de KMO's. Het project werd gecofinancierd door het Europese Linguaprogramma (Actie III) en gecoördineerd door de UHasselt (het toenmalige Limburgs Universitair Centrum LUC), o.l.v. Prof. em W. Clijsters (Centrum Toegepaste Linguïstiek)

Praktijkproblemen

Door hun jarenlange ervaring met de KMO-wereld via regionaal beperkt onderzoek en specifieke cursussen Zakelijk Frans, werden de docenten Frans van de UHasselt (het voormalige LUC) geconfronteerd met de steeds groter wordende sector- en functiegebonden taalnoden van het personeel evenals met de ontgoocheling m.b.t. de meeste op de markt voor handen zijnde tijdrovende, dure en vooral te algemene taalcursussen.

Bedrijven worden overgenomen door buitenlandse maatschappijen, samenwerkingsovereenkomsten met anderstalige partners worden afgesloten, bedrijfsomstandigheden dwingen tot een sterke uitgangspositie voor onderhandelingen met buitenlandse, anderstalige leveranciers en klanten. Vandaar de dringende behoefte aan uiterst doelgerichte, kortlopende, niet te dure en zo mogelijk multimediale en op zelfstudie gerichte taalleermodules. Dit zijn immers de hoofdeisen die de meeste professionelen stellen aan taalopleidingen. Deze factoren gelden des te meer voor KMO's, waar de weinige kaders meestal instaan voor allerlei managementopdrachten en dit terwijl ze nauwelijks beschikken over geld of tijd voor vorming.

Doelstellingen

Om precies te weten voor welke specifieke noden eerst een oplossing moest gezocht worden, werd het onderzoeksproject opgesplitst in drie fasen:

  1. LINGUAPLAN LIMBURG 93 (kwantitatieve onderzoeksfase): bij een representatieve groep (± 1 000) KMO's (wetenschappelijk onderbouwde steekproefsamenstelling die overeenstemt met de werkelijke bedrijfspopulatie i.f.v. bedrijfsgrootte en NACE-code) werd een schriftelijke enquête afgenomen, waarvan de gegevens geanalyseerd werden met een statistisch pakket. De interpretatie van de onderzoeksresultaten werd getoetst bij "bevoorrechte getuigen".

    Deze enquête liet toe de KMO-sectoren met de grootste taalnoden in kaart te brengen. Tevens kwam een duidelijk antwoord op de volgende vragen: Welke functies binnen deze sectoren komen het meest in contact met vreemde talen? Met welke talen? Welk is het belang van vreemde talen voor de KMO's (in % van hun omzet) en voor het personeel (bij aanwerving, voor de uitbouw van hun loopbaan)? Welke inspanningen worden geleverd om het tekort aan die talenkennis te verhelpen? Wat is de aard van de gebruikte vreemde taal: algemene of (vak)specifieke? Welk is het aandeel van de diverse communicatiemedia: fax, telefoongesprek, brief...? Of gaat het veeleer om "face-to-face" gesprekken?
    Het Franstalige algemene rapport (januari 94) evenals de Nederlandse versie van het Vlaamse luik kregen ruime weerklank in de internationale media en vormingswereld. Hierbij werden telkens uitdrukkelijk alle partners vermeld.

  2. LINGUAPLAN LIMBURG 94 (kwalitatieve onderzoeksfase): voor de functies binnen de sectoren waar de taalnoden het grootst blijken volgens de onderzoeksresultaten van LL93 werden de taalkundige profielen uitgetekend (detailomschrijving van communicatiesituaties en taalhandelingen binnen elke functie). Dit gebeurde op basis van interviews met hiërarchisch hogergeplaatsten en personen in de betrokken functies:

    • toeristische sector: onthaalfunctie (baliepersoneel VVV-kantoren, hotels...)
    • internationaal transport: vrachtwagenchauffeur, dispatcher, transitair
    • immobiliën: verantwoordelijke agentschap

    Bovendien werd een gedetailleerde inventaris gemaakt van de taalfuncties en -handelingen die, zoals duidelijk blijkt uit de interviews (LL94), gemeenschappelijk zijn aan de geauditeerde functies en die ongetwijfeld voorkomen in alle mogelijke functies waarbij mondeling contact in de vreemde taal nodig is.
    Gelijktijdig werden in deze tweede fase, i.f.v. de ontwikkeling van de taalleermodules, corpora samengesteld van authentieke (mondelinge en schriftelijke) taalproducties. Deze werden door de verschillende partners zowel in bron- als doeltaal verzameld.
    Het eindrapport van deze tweede fase werd in januari 95 gepubliceerd.

  3. LINGUAPLAN LIMBURG 1995-... (productie- en commercialiseringsfase):
    Vanaf 1995 worden op basis van de onderzoeksresultaten taalleerpakketten ontwikkeld.

Partners

Om de taalkundige kwaliteit van het te ontwikkelen taalleermateriaal nog meer te verzekeren werden door prof. em W. Clijsters (projectleider) en Prof. M. Verjans (algemeen coördinator) samenwerkingsverbanden opgezet met regio's in Frankrijk, Spanje en (LL95-96) Ierland, die economisch vergelijkbaar zijn met Limburg/Vlaanderen. Zo ontstond aanvankelijk een partnerschap met vier centra, m.n. Angers, Dunkerque, Valladolid en Diepenbeek. Later trad ook de universiteit van Limerick (IRL) tot het consortium toe. Telkens stapten universitaire instellingen of Ecoles samen met werkgeversorganisaties mee in het project.

De partners van Linguaplan Limburg zijn:

CTLUniversiteit Hasselt (toenmalig Limburgs Universitair Centrum)
Kamer voor Handel en Nijverheid van Limburg (B)
Strategisch Plan Limburg (B)
Uitgeverij Wolters Plantyn, Educatieve Software (B)
Université du Littoral, Pôle Lamartine in Dunkerque (F)
Chambre de Commerce et d'Industrie de Dunkerque (F)
Ecole supérieure des sciences commerciales d'Angers (F)
Chambre de Commerce et d'Industrie d'Angers (F)
Universidad de Valladolid (fac. Linguïstiek) (E)
Cámara Oficial de Comercio e Industria de Valladolid (E)
Ilustre Colegio de Economistas de Valladolid (E)
Asociación Vallisoletana de Comercio (E)
Oficina Europea de la Juventud (Ayuntamiento de Valladolid) (E)
University of Limerick (IR)
Languages research and services unit, Limerick (IR)

Resultaten

Rapporten

  • Linguaplan Limburg. Phase 1: 1993. Rapport des audits régionaux, 1993, 157p.
  • Linguaplan Limburg. Fase 1: 1993. Rapport van de regionale audit: Limburg, 1993, 96p.
  • Linguaplan Limburg. Phase 2: Rapport 1994. Profils linguistiques, 272 p.

Taalleermethoden

Reeks: "Praktische Communicatie Vreemde Talen"

  • Nederlands - Frans: "Actes de base des professions"
  • Nederlands - Spaans: "Funciones básicas para la práctica profesional"
  • Nederlands - Duits: "Basiskommunikation für die Berufspraxis"
  • Nederlands - Engels: "English for general purposes"
  • Toerisme: onthaalfunctie Nederlands - Spaans

Duur

1990-1996

Inlichtingen

Prof. M. Verjans
Tel.: +32 11 26 86 86
martine.verjans@uhasselt.be