Het woord zegt het eigenlijk zelf al, het is de angst om te falen in situaties waar je blootgesteld wordt aan evaluatie of beoordeling. Bij faalangst is de angst om te mislukken zodanig groot dat je gaat overcompenseren, blokkeert of zaken gaat uitstellen. Het komt voor bij alle leeftijdsgroepen en in verschillende situaties waar er prestaties verwacht kunnen worden. Denk maar aan een sportwedstrijd, een groepswerk of tijdens een examenmoment.
Faalangst uit zich voornamelijk in negatieve gedachten over jezelf en weinig zelfvertrouwen.
Dit toont zich bijvoorbeeld op volgende manieren:
- Je let enkel op wat je fout doet, ziet geen positieve dingen meer. Goede punten interpreteer je als 'geluk', slechte punten schrijf je toe aan jezelf
- Je legt jezelf enorm veel druk op om te presteren
- Door je angst om te falen kan je je minder goed concentreren, wat zich soms ook uit in mindere prestaties. Je wilt jezelf, maar ook anderen in de omgeving niet teleurstellen.
Die negatieve gedachten uiten zich bij elke student anders:
- lichamelijke klachten: huilen, misselijkheid, buikpijn, zweten, slapeloosheid, ...
- gedragsveranderingen: overdreven prikkelbaar of uitbundig, piekeren, erg verlegen zijn, extreem lang studeren, uitstelgedrag, ...
- emotionele klachten: onzekerheid, teleurstelling, boosheid, schaamte, ...
Niet elke vorm van faalangst hetzelfde.
Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen passieve en actieve faalangst:
Passieve faalangst:
- Je wil je angst verminderen, dus mijd je de situaties waarin je kan falen of faalangst de kop opsteekt. Dit bijvoorbeeld door minder en/of oppervlakkig te studeren voor een examen of niet naar een examen te gaan
- Je kan ook het studeren zelf mijden. Wanneer een examen dat niet lukt kan je tegen jezelf zeggen: ‘Ik had er toch niet echt voor gestudeerd, dus een echte mislukking is het niet.’
- Je bent een meester in het ontlopen van confrontatie en mislukkingen waardoor je angst vermeden wordt, maar niet verdwijnt
- Voor de buitenwereld zijn de dingen waar je mee worstelt zelden zichtbaar. Ze ervaren dit vaak als een gebrek aan motivatie, waardoor je minder op begrip en steun kan rekenen
Actieve faalangst:
- Je bent sterk gemotiveerd om te slagen en probeert de situatie zoveel mogelijk onder controle te houden. Dit om falen te voorkomen. Je studeert erg intensief en accuraat, je leert zoveel mogelijk details, je neemt zelden ontspanning, ...
- Je zet je voor meer dan 100% in en legt hierbij de lat erg hoog voor jezelf. Een goede voorbereiding helpt je ook om de angst te doen dalen
- Door de lat zo hoog te leggen wordt studeren een onhoudbare situatie. Je kan bijvoorbeeld erg gespannen worden, moeilijkheden gaan ondervinden met slaap, piekeren en zelf lichamelijke kwaaltjes kunnen de kop op steken
Het is niet zo dat je maar van één type faalangst last kan hebben. Afhankelijk van de taak en de situatie is het zeker mogelijk dat er soms eerder sprake is van actieve faalangst, en op andere momenten eerder passieve. Verder is faalangst ook niet statisch. Het kan veranderen naargelang de omstandigheden of doorheen de tijd, dit wilt dus ook zeggen dat je ermee kan leren omgaan.