Onderzoekers van het Applicatiecentrum Beton en Bouw van UHasselt voerden de afgelopen maanden op vraag van de Waalse overheid stabiliteitsmetingen uit op brugliggers van 30 meter lang en 2 meter hoog. De brugliggers dateren uit de jaren ’60 en maakten deel uit van een bestaand viaduct in Wallonië. “Via metingen tot bijna 300 ton druk, bepalen we de reststerkte en scheurvorming van de liggers. De eerste voorlopige resultaten tonen alvast aan dat er weinig degradatie bij de brugliggers te zien is. Het oorspronkelijke structureel ontwerp van de bruggen werkt dus nog goed”, zegt UHasselt-prof. dr. ir. Hervé Degée.
De brugliggers waren onderdeel van het viaduct van Huccorgne (E42 tussen Luik en Namen). Net als heel wat huidige viaducten op Waalse wegen dateren deze brugonderdelen van einde jaar ’60, begin jaren ’70. De Waalse overheid (SPW) vroeg de onderzoekers van Universiteit Hasselt om in het Applicatiecentrum Beton en Bouw de toestand van deze brugonderdelen in kaart te brengen. Naast UHasselt, werken ook ULiége, ULB en SECO mee aan dit onderzoek.
Druk uitoefenen tot 300 ton
“In ons Applicatiecentrum Beton en Bouw voerden we op de 3 betonnen brugliggers dwarskrachtproeven uit waarbij we van bovenaf met een vijzel een kracht uitoefenden tot bijna 300 ton. De betonnen brugliggers waren voorzien van 52 verschillende sensoren, om inzicht te krijgen in onder meer de scheurvorming en de reststerkte van de liggers”, zegt prof. Hervé Degée. De drie balken werden telkens op een andere plaats onder druk gezet, op 5,5 meter, 9 meter en 12 meter van het steunpunt.
De eerste voorlopige resultaten tonen aan dat de brugliggers nog in goede staat zijn. “Natuurlijk moeten wij onze grote hoeveelheid aan data uit de metingen nog verder analyseren en in modellen gieten, maar uit de eerste testen blijkt dat er nog geen grote degradatie heeft plaatsgevonden in de balken, die nu meer dan 50 jaar oud zijn”, zegt prof. Hervé Degée. “In welke mate de reststerkte van dergelijke type brugonderdelen nog geschikt is voor de steeds hogere verkeersdrukte en zwaarder vervoer, moeten we nu nog verder analyseren.”
Juiste rekennota’s
De ULiège en ULB stelden eerder al rekennota’s en virtuele modellen op om de toestand van het Waalse patrimonium van viaducten theoretisch in kaart te brengen. Met deze stabiliteitsmetingen wilden de onderzoekers ook te weten komen of deze modellen voldeden of dat ze verfijnd moeten worden. “De voorlopige resultaten tonen aan dat de virtuele rekenmodellen die werden opgesteld, zeer gelijklopend zijn met wat de stabiliteitstesten in het Applicatiecentrum Beton en Bouw laten zien. Dat is belangrijk, omdat deze gebruikt kunnen worden om overheden te adviseren of soortgelijke brugliggers van bestaande viaducten nog voldoen aan de vereisten of al dat niet gerepareerd of vervangen moeten worden.”
Unieke onderzoeksinfrastructuur
“Om als onderzoeker te mogen werken met brugliggers van deze omvang, is een heel mooie uitdaging”, zegt ing. Rik Steensels. “Zowel op wetenschappelijk als op technisch en logistiek vlak hebben we ontzettend veel bijgeleerd, en hebben we ook aangetoond dat ons Applicatiecentrum Beton en Bouw, met unieke onderzoeksinfrastructuur geschikt is om metingen op deze schaalgrootte uit te voeren.”
Dit onderzoeksproject met een totaalbudget van zo een 200.000 euro, werd gefinancierd door de Waalse overheid (SPW). Universiteit Hasselt is partner in het onderzoeksproject, samen met Université de Liège, Université Libre de Bruxelles en SECO Belgium.