Drones en speciaal hiervoor ontwikkelde software kunnen een duidelijk beeld geven over gevaarlijke verkeerssituaties en hoe deze het best verholpen worden. Dat toont het UHasselt Instituut voor Mobiliteit (IMOB) binnen MIA. Dit mobiliteitsproject van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters, wil met innovatieve technieken de verkeersveiligheid in Vlaanderen verbeteren.
Met Mobiliteit Innovatief Aanpakken (MIA) wil de Vlaamse regering sneller werk maken van de uitvoering van infrastructurele ingrepen om zo de verkeersveiligheid te verbeteren. Ultieme streefdoel is om te komen tot nul verkeersslachtoffers. “Hiervoor kijken de verschillende partners binnen MIA naar tal van nieuwe technologieën die ingezet kunnen worden. Het Instituut voor Mobiliteit aan Universiteit Hasselt, zet zo onder meer drones in om proactief gevaarlijke verkeerssituaties in kaart te brengen”, aldus minister Peeters. “We moeten gevaarlijke punten aanpakken, maar we moeten vooral voorkomen dat ze zich vormen. Op verschillende locaties gaan we risico’s opsporen. Het doel is het ontwikkelen van een methodologie en die dan ook verder uitrollen over heel Vlaanderen.”
“Op drie verschillende plekken in Limburg, dat als proeftuin is aangesteld binnen MIA, gebruiken we onze drone om een specifieke verkeerssituatie te analyseren”, zegt prof. dr. Tom Brijs. Dit gebeurde eerder al in een schoolomgeving in Beringen, nu is er een analyse van de turborotonde N75 x N78 in Dilsen-Stokkem, later volgt nog een schoolomgeving in Lanaken. . “We moeten gevaarlijke punten aanpakken maar we moeten vooral voorkomen dat ze zich vormen. Op locaties sporen we risico’s op. Het doel is het ontwikkelen van een methodologie en die dan ook verder uitrollen over heel Vlaanderen”, gaat minister Peeters verder.
Verkeerssituatie eenvoudig in beeld
De drone filmt een uur lang ’s morgens en ’s avonds de verkeersontwikkeling op het specifiek gekozen verkeerspunt. Daarna gaan de onderzoekers van IMOB aan de slag met speciaal hiervoor ontwikkelde software om potentieel gevaarlijke situaties die er zich voordeden te identificeren. “Zo kunnen we verkeerstellingen uitvoeren en krijgen we onder meer zicht op de gemiddelde snelheid die op een plek gereden wordt, hoe voetgangers en fietsers er zich verplaatsen, of er bijvoorbeeld veel zwaar verkeer passeert en er zich bepaalde verkeersconflicten voordoen”, zegt prof. dr. Tom Brijs.
De aanbevelingen en mogelijke oplossingen die volgen uit de analyse van de dronebeelden geven de onderzoekers door aan de wegbeheerder (het Agentschap Wegen en Verkeer, of de gemeente). Zij bepalen dan of en welke ingrepen er moeten gebeuren aan de infrastructuur om er de verkeersveiligheid te verbeteren. “Aan de schoolomgeving in Paal, Beringen kan dit bijvoorbeeld gaan over de locatie en/of het verbreden van een zebrapad en de opstart van een sensibiliseringscampagne rond parkeren in de buurt van de school”, zegt Tom Brijs.
Efficiënte technologie
“De inzet van drones werkt”, zegt prof. dr. Tom Brijs. “Het is een eenvoudige, zeer efficiënte en relatief goedkope technologie om snel een volledig zicht te krijgen op een verkeerssituatie. De analyse van de verkeersbeelden kan al op enkele weken gebeuren.” Uiteraard wordt tijdens de opnames rekening gehouden met privacy. “We filmen op grote hoogte, waardoor gefilmde personen niet herkenbaar zijn. En we focussen ons enkel op de verkeerssituatie, alle andere gebieden zoals tuinen of privégronden worden onzichtbaar gemaakt in onze analyses.”
Binnen het MIA project werkt IMOB UHasselt ook aan de inzet van vaste camera’s en software om verkeerssituaties voor langere tijd te kunnen monitoren. De onderzoekers ontwikkelen verder ook een meldingsplatform waarop burgers eenvoudig gevaarlijke verkeerssituaties kunnen aangeven.
“Binnen MIA werken we met verschillende partners. Dat we op de expertise vanuit het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) van de Universiteit Hasselt kunnen rekenen is een bijzondere opportuniteit. Samen wil ik echt gaan voor een proactieve detectie van verkeersonveilige punten, risico’s opsporen nog voor er slachtoffers vallen, dat is het finale doel”, besluit minister Peeters.