In het Proefcentrum Fruit in Sint-Truiden testen onderzoekers van Universiteit Hasselt en ILVO (Instituut voor Landbouw-, visserij-, en voedingsonderzoek) een nieuwe bodemverbeteraar voor de teelt van zacht fruit. “Onze bodemverbeteraar bestaat uit organische reststromen zoals mest, hout- en groenafval die we via pyrolyse op hoge temperatuur verhitten. Testen in het lab tonen aan dat dit product een veel ecologischer alternatief kan zijn voor de huidige potgrond en de fruitteelt kan verduurzamen”, zeggen Marijke Jozefczak van UHasselt en Bart Vandecasteele van ILVO.
Traditionele potgrond die nu gebruikt wordt in substraatteelt (teelt voor bessen, frambozen, aardbeien,…) heeft een negatieve impact op het leefmilieu. Deze potgrond bestaat voor een groot deel uit witveen of turf, bij de ontginning hiervan moeten gebieden worden drooggetrokken waarbij er heel wat CO² vrijkomt. En ook qua transport heeft de traditionele potgrond nadelen omdat deze nu hoofdzakelijk uit de Baltische regio naar ons land wordt getransporteerd.
Ecologisch alternatief
“Samen met ILVO hebben wij gewerkt aan een ecologischer alternatief voor in de fruitteelt en landbouw”, zegt prof. dr. Ann Cuypers, UHasselt. “Onze bodemverbeteraar – biochar – kan gemaakt worden uit organische reststromen zoals mest, gewasresten, maaisel, hakselhout. Allemaal producten met een lage economische waarde. We verhitten deze volgens de techniek van pyrolyse, een chemisch proces op hoge temperaturen van 400 tot 800 graden waarbij er geen verbranding plaatsvindt. Op die manier ontstaat er een zwarte, vaste materie, beetje vergelijkbaar met houtskool.”
Minder gewasbeschermingsmiddelen
Biochar heeft heel wat voordelen. Door zijn unieke samenstelling kan de bodemverbeteraar beter water en voedingsstoffen opnemen. Testen in het lab toonden ook aan dat biochar het verdedigingssysteem van de aardbeiplant versterkt en zo de plant helpt om zich beter te kunnen weren tegen ziekten. Dit zorgt ervoor dat er minder chemische gewasbeschermingsmiddelen moeten gebruikt worden dan bij de teelt met traditionele potgrond. In enkele serres van pcfruit testten de onderzoekers nu verschillende biochartypes uit in de aardbeiteelt.
“Voor het eerst testen we vijf van onze verschillende biochars uit in de fruitteelt en we hopen hiermee onze resultaten uit het lab te kunnen valideren. In totaal gebruiken we de biochar bij meer dan 3000 aardbeienplantjes. We analyseren de kwaliteit van de aardbeien en kijken op moleculair vlak naar de plant en hoe deze reageert op de biochar. Op deze manier hopen we aan te kunnen tonen dat biochar kan helpen om te komen tot een duurzamere teelt”, zegt Jane Debode van ILVO.
Dit onderzoek kadert binnen het SBO-project BASTA dat kan rekenen op financiële steun van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Dit project wordt begeleid door een ruime groep aan stakeholders uit de onderzoekswereld, industrie en beleid.