Onderzoek(ers) in de kijker

Hart -en vaatziekten - Dominique Hansen

Dominque Hansen prof. dr. Dominique Hansen (UHasselt)

Dominique Hansen is gewoon hoogleraar in Inspanningsfysiologie en Revalidatie van Inwendige Ziekten aan Universiteit Hasselt binnen de Faculteit Revalidatiewetenschappen en wetenschappelijk medewerker aan Hartcentrum Hasselt (Jessa Ziekenhuis). Hij onderzoekt welke beweging het best gebruikt kan worden om de ziekteprogressie van cardiometabole ziekten zoals obesitas, diabetes, hart -en vaatziekten te onderbreken of om te keren. Het gaat dus om het ontdekken en uitwerken van ‘precisie-inspanning’ in de (secundaire) preventie van hart -en vaatziekten. Prof. Hansen heeft meer dan 200 wetenschappelijke verhandelingen/studies gepubliceerd in medische vaktijdschriften over dit onderwerp, inclusief Europese richtlijnen in de hartrevalidatie en sportcardiologie.

Hart -en vaatziekten

Hart -en vaatziekten (HVZ) blijven wereldwijd de belangrijkste oorzaak van te vroeg overlijden en zeer veel mensen lopen een verhoogd risico op HVZ. Zo lijdt 25% van volwassen Europeanen aan hypertensie (te hoge bloeddruk), 22.5% aan obesitas, meer dan 6% aan diabetes (suikerziekte), en meer dan 50% aan een verstoorde bloed cholesterolspiegel. Daarnaast lijdt ongeveer 6% van deze bevolking al aan een HVZ (coronair of perifeer vaatlijden, hartfalen, beroerte, kleplijden, …), we spreken dus over tientallen miljoenen personen in Europa alleen.

In de preventie én behandeling van HVZ staat beweging of inspanningstherapie, naast de andere componenten van secundaire preventie (medicatie, gezonde voeding, psychologische ondersteuning, etc.), centraal. Beweging en inspanning leiden tot een betere risicofactor controle en fitheid, kwaliteit van leven, en verlaagt de kans op te vroeg overlijden, hospitalisatie of nieuwe hart -en vaatincidenten. Met andere woorden: jaarlijks hebben miljoenen personen, in Europa alleen al,  nood aan een degelijk beweegadvies of trainingsinterventie.

Maar de grote vraag is hoe deze inspanning en beweging er dan uit zou moeten zien voor welke risicofactor of HVZ? Het is inderdaad zo dat afhankelijk van welke risicofactor (obesitas, hypertensie, diabetes, dyslipidemie, verminderde conditie) of HVZ aanwezig is, een andere intensiteit, duur, volume of type van inspanning nodig is. Zo is bijvoorbeeld de juiste beweging voor gewichtsverlies  heel anders dan de juiste beweging om de bloedsuiker controle te verbeteren.

Er is dus een tendens , of die zou er moeten zijn,  waarin men weggaat van de “one-size-fits-all” aanpak en naar een precisie-inspanning gaat. De “one-size-fits-all” aanpak die we nu kennen bestaat er in om iedereen hetzelfde te laten bewegen volgens een generiek advies: 150-300 minuten per week matig-intense (of 75-150 minuten hoog-intense) uithoudingsoefeningen, idealiter verspreid over 3-5 dagen per week, aangevuld met twee keer per week dynamische matig-intense krachtoefeningen.

In de behandeling van HVZ, of hoog risico hierop, werden in samenwerking met Prof. Paul Dendale en Prof. Karin Coninx, alle beweegrichtlijnen voor vaak voorkomende HVZ en risicofactoren samengebracht in één digitaal beslissingsondersteuningssysteem, namelijk de EXPERT tool.

Deze EXPERT tool is een instrument dat kan dienen voor zorgverleners om tot een precisie beweegvoorschrift te komen afhankelijk van (een combinatie van) verschillende HVZ en risicofactoren, of zichzelf hierin te trainen (met casuïstiek). De klinische effectiviteit, en leercurve in zorgverleners, van de EXPERT tool wordt onderzocht in tal van studies, en de inhoud van de EXPERT wordt constant bijgestuurd door de EXPERT Network Group, dit is een consortium van meer dan 30 experts uit meer dan 10 Europese landen.

Dit is een eerste lijn van onderzoek dat Prof. Hansen aan UHasselt verricht.

Hart -en vaatziekten voorbij

De tweede lijn van onderzoek van prof. Hansen gaat nog verder. In deze lijn onderzoeken we hoe andere organen naast het hart en de bloedvaten, die vaak aangetast worden bij personen met hart -en vaatziekten, optimaal beschermd kunnen worden door inspanning. Een voorbeeld hiervan is welke vorm van inspanning of beweging het meest effectief is ter preventie van dementie in type 2 diabetes, gezien type 2 diabetes in belangrijke mate het brein aantast.

Benieuwd naar ons onderzoek? Neem een kijkje op:

Beweging om vetmassa te verliezen (Youtube).

De nadelen van te veel zitten (Youtube).

Wil je het onderzoek van Dominique Hansen steunen?

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Dominique Hansen'.

Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Osteoarthritis en lage rugpijn - Annick Timmermans

Annick Timmermans

Annick Timmermans, Prof. Dr. – Kinesitherapeut, REVAL (Rehabilitation Research Centre)

Annick Timmermans is hoogleraar aan de Faculteit Revalidatiewetenschappen van Universiteit Hasselt en kinesitherapeut. De laatste 10 jaar doet zij onderzoek naar gepersonaliseerde behandeling bij osteoartritis en lage rugpijn. Ook doceert zij hierover aan kinesitherapeuten in opleiding.

Annick Timmermans onderzoekt samen met haar team de mechanismen van pijn en beperkingen bij mensen met musculoskeletale aandoeningen, zoals osteoarthritis (arthrose) en lage rugpijn. Daarnaast onderzoekt ze ook hoe technologische applicaties gebruikt kunnen worden om de zelfredzaamheid van mensen met musculoskeletale aandoeningen te vergroten.

Haar doel is om gepersonaliseerde behandelingen te ontwikkelen en te evalueren, die grotere behandeleffecten kunnen opleveren en die mensen in staat stellen om optimaal deel te nemen aan de voor hen belangrijke dagelijkse activiteiten.

Osteoartritis (ook wel artrose genoemd) is één van de meest voorkomende musculoskeletale aandoeningen en wereldwijd de belangrijkste oorzaak van pijn en beperkingen. Het aantal mensen met osteoartritis zal door de vergrijzing van de bevolking en de toename van risicofactoren (zoals zwaarlijvigheid en een sedentaire levensstijl) nog toenemen in de komende decennia.

Ons team bestudeert welke (combinaties van) biologische, psychologische, en sociale factoren bepalend zijn voor een minder gunstige behandeluitkomst bij mensen met heup osteoartritis (conservatieve behandeling) en na een totale heupprothese (chirurgische behandeling). Door deze factoren te identificeren, kunnen ze tijdens de revalidatie van artrosepatiënten, evenals in de pre- en postoperatieve zorg voor mensen met een heupprothese, extra aandacht krijgen.

Om de behandelingen beter af te stemmen op de verschillende vormen van problematiek, richten we ons op:

  • De heterogene presentatie binnen de populatie van mensen met artrose, met andere woorden: hoe kunnen we mensen indelen in subgroepen gebaseerd op hun klinische presentatie en psychosociale karakteristieken
  • De factoren die bijdragen tot een goede of minder goede behandeluitkomst
  • De effecten van een gepersonaliseerde biopsychosociale behandelaanpak

Benieuwd naar ons onderzoek?

Lees en kom meer te weten: Klinische studie heupprothese (pdf, 316 KB)

Wil je het onderzoek van Annick Timmermans steunen?

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Annick Timmermans’.

Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Route2School - Davy Janssens

Davy Janssens

In België raken elke schooldag gemiddeld 13 kinderen gewond bij een verkeersongeval dat zich op weg naar school of op de terugweg naar huis voordoet. Omwille van o.a. het toenemende fietsgebruik, zien we dat het aantal dodelijke ongevallen met fietsers, in tegenstelling tot de algemene tendens (daling aantal ongevallen) blijft stijgen. Wereldwijd is het probleem nog hallucinanter: zo sterven er elke dag bijna 2.000 mensen in verkeersongevallen, waarvan ongeveer 500 kinderen. Elke vier minuten sterft er ergens in de wereld een kind op de weg. Bovendien geraken honderden kinderen gewond, velen daarvan ernstig. 50% van alle doden vallen in kwetsbare groepen zoals voetgangers, fietsers en motorrijders.

Deze cijfers spreken tot de verbeelding en hebben ons een aantal jaren geleden ertoe aangezet om binnen het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) een nieuw onderzoeksthema te ontwikkelen rond dit topic, dat geleid wordt door prof. Dr. Davy Janssens. De bedoeling van het onderzoeksthema is om niet enkel fundamenteel en toegepast onderzoek uit te voeren maar om ook tegelijkertijd valorisatie-toepassingen te ontwikkelen. Dit betekent in concreto dat we via vraaggedreven onderzoek luisteren naar de vragen en bekommernissen vanuit de sector, en waarbij nieuwe onderzoeksprojecten worden opgestart die ofwel een bestaande toepassing dienen te verbeteren ofwel een bestaande lacune in de markt opvult. Het onderzoeksthema kreeg binnen IMOB en via een spin-off vorm onder de naam "Route2School".

Het programma richt zich op een aantal inhoudelijke pijlers (onderzoekslijnen):

*Gevaarlijke punten en routes in kaart brengen: Dit idee is een aantal jaren geleden ontstaan vanuit de observatie dat er in de markt heel veel informele communicatie was tussen kinderen, ouders, politie en gemeentebesturen omtrent verschillende subjectieve gevoelens van verkeersonveiligheid. Er was echter geen structurele oplossing over op welke manier al deze stakeholders al die verschillende bezorgdheden in kaart konden brengen. De oplossing voor dit probleem resulteerde in een operationeel crowd-sourcing platform dat voor het eerst werd ontwikkeld in een Europees project en nadien in meer dan 80 gemeentes in Vlaanderen (via een spin-off) werd gevaloriseerd. De toepassing wordt op vandaag nog vaak gebruikt en kan niet enkel verkeersveiligheid maar nu ook algemene mobiliteit (verplaatsingsgedrag) op een bijzonder kost-efficiënte manier in kaart brengen.

*Verkeersveilige routeplanner: Deze tool is een uniek nieuw product waarbij we één van de eerst ontwikkelde routeplanners (in beta) (ter wereld) hebben ontwikkeld die expliciet rekening kan houden met subjectieve (en objectieve) data rond verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers.  De tool wordt op dit moment gebruikt door ouders en deelnemers aan Route2School en is een manier om de ontwikkelde schoolroutekaarten op een interactieve wijze te consulteren.  Ook wordt in enkele nieuwe sectoren geëxperimenteerd met de technologie.

*Detailstudies van knelpunten via drones en artificiële intelligentie: Via deze technologie zijn we in staat om meerdere verkeerskundige parameters (bvb verkeersvolume, bewegingsdynamiek, snelheidsgegevens, bijna-ongevallen, ...) in één enkele oplossing te integreren. De tool levert ook interessant beeldmateriaal op voor voor-en-na studies (effectevaluaties), studies omtrent gedragsverandering en om in te zetten in diverse communicatie- en participatieprocessen.

*Beslissingsondersteuning: Aangezien we merken dat er bij vele openbare besturen een vraag is tot extra ondersteuning over hoe bepaalde problemen het best worden aangepakt, zijn we binnen het onderzoeksprogramma gestart met het ontwikkelen van een decision support tool voor overheden rond verkeersveiligheid. Deze wordt gevuld wordt vanuit bestaande ontwerprichtlijnen, interne beslissingsmechanismes die mobiliteitsexperts gebruiken, best practices, aangevuld en geautomatiseerd met artificiële intelligentie.

*Educatie: Vanuit het groeiende besef dat verkeersveiligheid ook een gedeelde verantwoordelijkheid is van alle actoren, niet alleen dus van openbare besturen, zijn we gestart met een innovatief educatief platform voor basis- en secundair onderwijs rond verkeersveiligheid. We voeren met behulp van dit platform o.a. wetenschappelijke effectevaluaties waarmee we aantonen dat een leereffect kan worden bereikt en kinderen zich op termijn veiliger gaan verplaatsen in het verkeer. Naast enkele unieke inhoudelijke klemtonen op hogere orde vaardigheden zoals situatiebewustzijn en risico-detectie, is er binnen deze onderzoekslijn ook geëxperimenteerd met het concept van context-specifieke leeromgevingen, waarbij leerlingen dus gedrag en verkeer kunnen aanleren in een voor hen bekende omgeving (lokale context). Binnen deze onderzoekslijn zal de volgende jaren ook de fietssimulator verder worden uitgebouwd en aan scholen worden aangeboden.

Meer info:

https://www.route2school.be/

https://www.noordzuidlimburg.be/route2school

Wil je het onderzoek van Davy Janssens steunen?

Jouw schenking helpt ons om schoolomgevingen verkeersvriendelijker te maken, nieuwe wetenschappelijke inzichten te vergaren en tools te ontwikkelen die écht het verschil maken voor iedereen die ons dierbaar is.

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Davy Janssens'.
Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Retail Design lab - Katelijn Quartier

Katelijn Quartier 04

Katelijn Quartier, Prof. dr. - Retail Design Lab

Prof. Dr. Katelijn Quartier is professor Retail Design aan de Faculteit Architectuur en Kunsten van de Universiteit Hasselt in België. Met een passie voor het verkennen van de winkel van morgen, is ze ook de academische directeur en oprichter van het kennisinstituut Retail Design Lab, dat voornamelijk draait om het onderzoeken hoe de winkel van morgen eruit zou moeten en kunnen zien, en de centrale rol die design en ruimtelijke aspecten spelen in het vormgeven ervan. Op basis van wetenschappelijke inzichten bieden de experts van het Retail Design Lab waardevolle begeleiding aan retailers door de algehele winkelervaring te optimaliseren en bij te dragen aan meer belevingsgerichte winkelomgevingen.

Ons onderzoek wordt vaak gedreven door specifieke vragen van retailers die oplossingen zoeken voor hun uitdagingen. We initiëren ook onze eigen onderzoeksprojecten, zoeken financiering en verkennen interessante gebieden. Een van onze grote projecten was gericht op de rol van belevingsgericht ontwerpen en hoe we ontwerpers en winkeliers kunnen ondersteunen bij het creëren van meer meeslepende winkelruimtes. Een fout die vaak wordt gemaakt, is dat mensen de neiging hebben om op ervaring gebaseerde retail te zien als iets dat altijd duur moet zijn, iets waarbij alle menselijke zintuigen betrokken moeten zijn en iets dat een wow-factor bevat. Verschillende merken hebben echter baat bij verschillende niveaus van beleving. We hebben een heleboel tools en design richtlijnen op onze website staan waar retailers en ontwerpers gratis toegang tot hebben.

Een ander project was gericht op duurzaamheid, met als doel retailers en ontwerpers aan te moedigen duurzamere winkelontwerpen te ontwikkelen. Als onderzoekers is onze rol vooral adviserend. Hoewel we allemaal een ontwerpachtergrond hebben, ontwerpen we niet zelf. In plaats daarvan bieden we begeleiding op basis van wetenschappelijke inzichten, die we vaak vertalen naar strategische blauwdrukken. Deze blauwdrukken schetsen de ideale lay-out voor verschillende consumentenstromen en verschillende klantsegmenten. Soms vullen we onze aanbevelingen aan met moodboards, waarin we specifieke vormen en kleuren verwerken die passen bij de identiteit van het merk. Onze betrokkenheid houdt echter meestal op op dit punt, omdat retailers vervolgens retailontwerpers, interieurarchitecten of architecten kunnen benaderen die het ontwerp verder vormgeven. We herkennen een duidelijke deontologische grens in dit proces.

We proberen impact te maken door onze kennis zo breed mogelijk te verspreiden. Zo hebben we onlangs een innovatieve tool ontwikkeld: de REXS (Retail Experience Scan). De tool is ontworpen om de mate van beleving die in een winkel worden aangeboden te evalueren en in kaart te brengen, waarbij scores worden gegeven op een schaal van 50 tot 100%. Merken als Zeeman en Decathlon krijgen scores rond de 50%. Hoewel dit een relatief lagere score is, moet dit altijd worden gezien in de context van de belangrijkste waarden van een merk. Een merk als Zeeman brengt een verhaal dat volledig past bij hun DNA en vertaalt hun merkwaarden. Bij Zeeman verwacht je geen fancy geuren, maar toch is er een zekere mate van beleving in hun winkels. De onverwachte factor in de customer journey kunnen bijvoorbeeld de koopjes zijn die klanten kunnen vinden. Voor dit segment van klanten is de 50% belevingsscore voldoende. Aan de andere kant van het spectrum staan merken als Rituals, die tot 95% scoren. In tegenstelling tot Zeeman is dit precies waar Rituals naar streeft. Een hoge mate van beleving in hun winkels is iets dat past bij hun merkwaarden. Dit betekent dat de term 'beleving' nogal breed kan zijn en dat wat werkt voor het ene merk niet noodzakelijkerwijs werkt voor het andere merk. De mate van beleving in een winkel moet een accurate vertaling zijn van de belangrijkste waarden en het imago van een merk. Daarom moet de mate van beleving in een winkel altijd worden bekeken in de context van deze merkwaarden.

Kijk voor meer informatie naar www.retaildesignlab.be

Benieuwd naar ons onderzoek? Neem een kijkje op:

Universiteit van Vlaanderen: "Waarom koop je zo vaak meer dan je nodig hebt?"

Universiteit van Vlaanderen: "Waarom ga je beter geblinddoekt winkelen?"

Universiteit van Vlaanderen: "Waarom kan je Ikea niet buiten komen zonder iets te kopen?"

Wil je het onderzoek van Katelijn Quartier steunen?

Jouw schenking helpt ons om nieuwe wetenschappelijke inzichten te vergaren, onze deelnemers continu te betrekken en wetenschappelijke informatie op een toegankelijke manier te vertalen.

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Katelijn Quartier'.
Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Gezonde generaties - Tim Nawrot en Michelle Plusquin

Dubbelportret 2 (1)

Tim Nawrot, Prof. dr. - ENVIRONAGE en Michelle Plusquin, Prof. Dr. - ENVIRONAGE

Wat je meemaakt in de moederbuik, bepaalt hoe je groeit en oud wordt. Hoe de zwangere vrouw leeft, kan de gezondheid van het kind – al vóór de geboorte - beïnvloeden. Sommige ziekten ontstaan zelfs al in de baarmoeder. Met het Limburgsgeboortecohort (ENVIRONAGE) zoeken we uit welke factoren hierbij een rol spelen. Zo kunnen we moeder en kind beter adviseren, al vóór de geboorte.

Het ENVIRONAGE-onderzoeksproject bestudeert de invloed van de omgeving en levensstijl op de ontwikkeling en gezondheid van de mens, vanaf de baarmoeder tot op latere leeftijd. Het geboortecohort, dat in 2010 in Limburg (België) werd opgestart, telt nu al meer 2.600 families, en dat aantal groeit nog dagelijks.
ENVIRONAGE (ENVIRonmental influence ON early AGEing) baseert zich op het concept van Developmental Origins of Health and Disease (DOHaD), ook bekend als “de eerste 1.000 dagen van het leven”.

Volgens DOHaD hebben de omstandigheden waaraan een foetus wordt blootgesteld tijdens de zwangerschap, een blijvende impact op de gezondheid en het risico op ziekten gedurende het hele leven.
Hoe beïnvloeden verschillende omgevingsfactoren, zoals luchtvervuiling, voeding, stress en levensstijl precies de gezondheid van de moeder en het kind in deze cruciale periode? Wat zijn de effecten op korte en lange termijn? Dat zijn de vraagstukken die ENVIRONAGE onderzoekt.

We verzamelen data over de zwangerschap, geboorte, groei, veroudering en gezondheidstoestand van de moeder en het kind via vragenlijsten, medische dossiers, biologische stalen en metingen. Op die manier trachten we de mechanismen te ontrafelen die aan de basis liggen van de vroege oorsprong van gezondheid en ziekte, om uiteindelijk gepersonaliseerd advies te kunnen verstrekken aan moeders en kinderen om hun gezondheid te verbeteren en te beschermen. Zo draagt ENVIRONAGE bij aan de preventie van chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten, die een grote impact hebben op de kwaliteit van leven en de gezondheidszorg.

Zo streven we naar een betere gezondheid van toekomstige generaties. Een gezonde start in het leven legt de basis voor een duurzamere en gezondere samenleving. Die start willen we met ons onderzoek nog gezonder maken door de omgeving waarin kinderen zich ontwikkelen te optimaliseren.

Benieuwd naar ons onderzoek? Neem een kijkje op:

Universiteit van Vlaanderen: "Staat al voor de geboorte vast hoe oud je wordt?"

Universiteit van Vlaanderen: "Was de lucht vroeger schoner dan nu?"

Wil je het onderzoek van Tim Nawrot en Michelle Plusquin steunen?

Voorkomen is altijd beter dan genezen. Preventief onderzoek, waarmee we risicofactoren kunnen identificeren, is dan ook van onschatbare waarde voor de volksgezondheid. Jouw schenking helpt ons om nieuwe wetenschappelijke inzichten te vergaren, onze deelnemers continu te betrekken en gezondheidsinformatie op een toegankelijke manier te vertalen.

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Tim Nawrot en Michelle Plusquin'.
Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Sedentarisme - Bert Op 't Eijnde

Bert Op T Eijnde

Bert Op 't Eijnde , Prof. Dr. - vice-decaan fac. Geneeskunde en Levenswetenschappen.

Wereldwijd stijgt het aantal patiënten met obesitas, diabetes, hart- en vaatziektes, kankers en neurodegeneratieve aandoeningen in een duizelingwekkend tempo. Nochtans kan een gezonde, actieve levensstijl het ziekteverloop in belangrijke mate voorkomen, afremmen of zelfs omkeren.

Het team van prof. dr. Bert Op ‘t Eijnde focust op preventieve geneeskunde en onderzoekt het functioneren van het menselijk lichaam tijdens fysieke inspanning, zowel op metabool, cardiorespiratoir, musculair, neuro-endocrien als immunologisch vlak.

Ons onderzoek richt zich op drie pijlers:

• Efficiënter sporten: Hoe kunnen we sedentaire personen en amateursporters efficiënter helpen sporten om hun gezondheid te bevorderen? En hoe kunnen we de sportprestaties van sporters verder verbeteren?

• Het recept voor een optimale lichaamsbeweging: Welke vormen van fysieke activiteit zijn het meest doeltreffend? Sport je het best aan hoge (bijv. lopen) of lage (bijv. wandelen) intensiteit? Volstaat uithoudingstraining om je gezondheid te bevorderen? Of vul je die best aan met krachttraining? En hoeveel moet je wekelijks bewegen om maximale preventieve cardiometabole gezondsheidseffecten te genereren?

• De impact van zitten op onze gezondheid: Zitten is het nieuwe roken. Welke impact heeft ons zitgedrag op onze cardiometabole gezondheid? En hoe kan fysieke activiteit de negatieve gevolgen van te veel zitten voorkomen en/of verbeteren?

SMRc Sports Medical Research Center en het ADLON Sportmedisch Adviescentrum zijn voortrekkers in dit domein. Onze onderzoekers gooien niet alleen hoge ogen in het academische landschap, maar passen hun inzichten ook direct toe in de praktijk. We vertalen onze onderzoeks-resultaten in de sportmedische begeleiding van topsportteams én in advies en trainingsschema ́s voor gezonde en chronisch zieke personen.

Wil je het onderzoek van Bert Op 't Eijnde steunen?

Met jouw schenking help je ons om iedereen in topvorm te houden en ziektes te weren. Jouw bijdrage drijft niet alleen onze academische kennis vooruit. Het helpt ons ook onze inzichten om te zetten in krachtige behandelingsmethoden en doeltreffende sportmedische begeleiding. Samen bouwen we aan een gezondere samenleving.

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Bert Op 't Eijnde'.
Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Lage rugpijn - Lotte Janssens

Revalconnects Uhasselt Lotte Janssens 2

Lotte Janssens, Prof. Dr. - REVAL (Rehabilitation Research)

Lotte Janssens leidt het ‘lumbopelvic pain lab’ binnen REVAL (Rehabilitation Research) aan UHasselt. Haar team onderzoekt hoe lage rugpijn ontstaat en vaak terugkeert, om vervolgens tot betere kinesitherapeutische behandelingen te komen.


Bijna 9 op 10 Belgen krijgt ooit te maken met rugpijn. Meer nog, wereldwijd is lage rugpijn dé hoofdoorzaak dat mensen hun dagdagelijkse activiteiten, zoals werken, het huishouden, met familie en vrienden afspreken… minder of niet meer kunnen doen. Dit gaat samen met torenhoge kosten voor de gezondheidszorg en jammer genoeg met weinig succes. Dit omdat de medische onderzoeken en behandelingen vaak niet effectief zijn. Wist je namelijk dat scans zelden de oorzaak van rugpijn kunnen opsporen? En dat een slechte houding of op een verkeerde stoel zitten zelden alleen de oorzaak zijn? Wist je dat een rugoperatie, een dure matras of zware medicatie zelden de oplossing zijn? Wist je dat het geen kwaad kan om je rug te buigen, strekken of draaien? Wél kan lage rugpijn verklaard worden door een mix van ‘biologische’, ‘psychologische’ en ‘sociale’ factoren. Zo ontstaat rugpijn bv. vaak door te weinig lichaamsbeweging, in combinatie met te weinig inzicht in de werking van pijn, stress of het gevoel weinig controle te hebben over je job of privéleven. In ons onderzoek trachten we die oorzaken te ontrafelen.


We voeren onderzoek naar zowel langdurige lage rugpijn, naar rug- en bekkenpijn als gevolg van zwangerschap, als naar blijvende klachten na rugoperaties.

Concreet onderzoeken we hoe ademhaling (bv. of je oppervlakkig of diep ademt), het bewaren van je evenwicht (bv. door je lichaam te verstijven) en het gebruik van rugspieren bijdragen tot lage rugpijn.

Verder onderzoeken we of nieuwe kinesitherapievormen beter kunnen werken dan de huidige. Zo gaan we na of het beter en goedkoper is om rechtstreeks naar de kinesist te gaan met rugpijn, en niet meer eerst via de huisarts. Ook gaan we na of patiënten voorafgaand aan een rugoperatie al baat hebben met kinesitherapie. Tenslotte onderzoek we of nieuwe vormen van oefentherapie, bv. aan hoge intensiteit of gefocust op bewegingsgevoel, baat kunnen hebben in de strijd tegen lage rugpijn.
Voor ons onderzoek hebben we geld – een fictieve ‘ruggensteun’ - nodig om deze nieuwe therapieën te optimaliseren en te testen, zodat we sneller vooruit kunnen en deze nieuwe behandelingen kunnen aanbieden aan patiënten met lage rugpijn.

Benieuwd naar ons onderzoek? Lees en kom meer te weten:

Houd je rug in beweging (pdf, 2,3 MB)
Beter zonder doktersvoorschrift naar de kinesist bij lage rugpijn?
Deelnemen aan de studie

Wil je het onderzoek van Lotte Janssens steunen?

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Lotte Janssens'.
Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Autisme en schizofrenie - Bert Brône

Bert

Bert Brône, Prof. Dr. - Neurobioloog Laboratorium voor Neurofysiologie

Onze hersenen zijn een intrigerend orgaan dat, tijdens de groei van embryo tot volwassen mens, geleidelijk aan meer actief en complex wordt. Het verstoren van deze hersengroei, door erfelijke veranderingen in onze genen of omgevingsfactoren, leidt tot aandoeningen zoals autisme spectrum stoornis (ASS) en schizofrenie.
ASS wordt meestal heel vroeg in de kinderjaren gedetecteerd terwijl we schizofrenie pas in de late tienerjaren zien opduiken. Beide aandoeningen treffen ongeveer één op honderd personen. Dat komt overeen met 115900 personen in België die levenslang met ASS of schizofrenie geconfronteerd worden, en het aantal diagnoses stijgt jaarlijks.

Deze aandoeningen hebben een grote impact op de integratie van de persoon in onze samenleving en gaan gepaard met grote en langdurige kosten voor de directe omgeving en maatschappij. Alhoewel zowel de medische als maatschappelijke nood groot zijn, hinkt het onderzoek naar psychiatrische aandoeningen achterop door de grote complexiteit en het gebrek aan middelen.
Mijn doel is om dit hiaat op te vullen door de groei van de hersenen te bestuderen en zo nieuwe manieren te vinden om het ontstaan van ASS en schizofrenie te voorkomen of te genezen. In het “Labo voor Neurofysiologie” bestuderen we de impact van erfelijke en omgevingsfactoren (zoals vervuiling, stress, druggebruik en infecties tijdens de zwangerschap) op de hersenontwikkeling.
Binnen het laboratorium voor Neurofysiologie (BIOMED, UHasselt) werken we aan 2 onderzoekslijnen: ten eerste hebben we ontdekt dat een transplantatie van ‘gezonde’ immuuncellen een geheugenprobleem in schizofrenie kan herstellen. Dit is wereldwijd ongezien tot op heden. Ten tweede hebben we bewezen dat bepaalde mutaties in zenuwcellen leiden tot ASS. Deze bevindingen openen een hele nieuwe weg naar het ontwikkelen van innovatieve therapieën voor aandoeningen maar de weg is nog lang, en duur.
Mijn ambitie is de nodige financiële middelen te vergaren om de volgende stappen naar de nieuwe
therapieën in snel tempo te kunnen zetten. Ik hoop dat we geen 30 jaar moeten wachten om te voorkomen dat meer mensen ASS en schizofrenie ontwikkelen.

Benieuwd naar ons onderzoek? Neem een kijkje op:

Universiteit van Vlaanderen: Lokt kortsluiting in de hersenen autisme uit?

Podcast Passie en Wetenschap: De stroom in je hersencellen

Wil je het onderzoek van Bert Brône steunen?

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Bert Brône'.
Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Hart- en vaatziekten - Virginie Bito

Bito

Prof. Virginie Bito en Dr. Dorien Deluyker leiden samen het lab voor cardiovasculaire fysiologie, het CARDIOlab, binnen BIOMED aan de UHasselt. Samen met hun onderzoeksteam, streven ze ernaar om hart- en vaatziekten beter te begrijpen, te voorkomen alsook te behandelen.

Hart- en vaatziekten behoren tot de belangrijkste doodsoorzaken in België en kunnen uiteindelijk leiden tot hartfalen. Bij hartfalen is de pompwerking van het hart verzwakt, waardoor er minder zuurstofrijk bloed doorheen het lichaam wordt vervoerd. Dit geeft aanleiding tot verschillende klachten bij de hartpatiënt, zoals kortademigheid, vermoeidheid of vochtophoping.

Enerzijds draagt het CARDIOlab bij aan een betere kennis van de onderliggende oorzaken en risicofactoren voor hartfalen. Anderzijds trachten we innovatieve manieren te vinden om hartfalen te voorkomen en te genezen, op maat van de hartpatiënt. Ons onderzoek focust op drie veelvoorkomende triggers voor hartschade binnen de huidige maatschappij, namelijk suikerziekte, een hartaanval en chemotherapie.

Diabetes

Suikerziekte of diabetes is een chronische aandoening waarbij het suikergehalte in het bloed verhoogd is. Overgewicht en een gezonde leefstijl, met Westers dieet en fysieke inactiviteit, verhogen het risico op diabetes type 2. Op lange termijn hebben mensen met diabetes type 2 een hogere kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Binnen onze groep, onderzoeken we hoe suikerziekte aanleiding geeft tot hartproblemen en testen we of sporten het ontstaan van hartproblemen in suikerziekte kan voorkomen.

Hartaanval

Een hartinfarct, in de volksmond hartaanval genoemd, is verantwoordelijk voor vele sterfgevallen in België. Bij een hartinfarct zal een deel van de hartspier afsterven doordat de bloedtoevoer door de kransslagaderen wordt onderbroken. Het gevolg hiervan is dat de hartspiercellen geen bloedtoevoer meer krijgen en onomkeerbaar beschadigd worden. Het is daarom erg belangrijk om de bloedtoevoer naar het hart zo snel mogelijk te herstellen zodat de schade aan het hart minimaal blijft. De behandeling richt zich momenteel enkel op het bestrijden van de symptomen maar hiermee wordt de oorzaak niet aangepakt. Cellulaire therapieën met stamcellen biedt veel mogelijkheden om de beschadigde hartspiercellen te herstellen of te vervangen. Binnen het CARDIOlab wordt er onderzoek gedaan naar stamceltherapie na MI. Hierbij worden stamcellen afkomstig van het rechter hartoortje ingezet om het afgestorven hartspierweefsel te vernieuwen.

Chemotherapie

Onze laatste onderzoekslijn focust zich binnen de cardio-oncologie. Dankzij het uitstekende kankeronderzoek in België overleven steeds meer en meer mensen hun kanker. De huidige behandelingen brengen echter heel veel bijwerkingen met zich mee. Als we specifiek kijken naar de ongemakken van chemotherapie dan zijn misselijkheid en haaruitval de meest gekende. Helaas kunnen bepaalde soorten chemotherapie ook schade aanrichten aan het hart van een patiënt. In het CARDIOlab onderzoeken we daarom nieuwe therapieën waarbij we het hart kunnen beschermen tegen de chemotherapie. Met als doel om ervoor te zorgen dat de huidige kankerpatiënten niet de hartpatiënten van de toekomst worden.

Concreet betekent dit dat we in onze groep ons focussen binnen het domein van de cardio-oncologie. Deze discipline staat in België nog in zijn kinderschoenen. Het is immers een lange tijd geweten dat bepaalde chemotherapie kunnen leiden tot schade aan het hart. Alleen weten we nog niet veel over de onderliggende mechanismen. In onze groep onderzoeken we de cardio-protectieve eigenschappen van een bepaald voedingssupplement. We hebben veelbelovende resultaten met deze behandeling en we willen nu ons onderzoek nu verder uitbreiden naar een meer klinisch relevanter model.

Onderzoek doen in meer klinisch relevantere modellen is zeer kostelijk en kan oplopen tot 100.000 euro. Desondanks is het wel noodzakelijk. Het is immers van levensbelang om onze resultaten zo goed mogelijk te vertalen naar wat er in patiënten gebeurt. Enkel op deze manier kunnen wij als onderzoekers de meest optimale behandeling testen zodat die in een later stadium patiënten met hartschade kunnen helpen of in de meest ideale wereld voorkomen. Want voorkomen is nog altijd beter dan genezen!

Benieuwd naar ons onderzoek? Neem een kijkje op:

Wil je het onderzoek van Virginie Bito steunen?

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Virginie Bito'.
Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Dementie en Alzheimer - Ilse Dewachter

Ilse Dewachter 10

Prof. dr. Ilse Dewachter is hoofd van de Biomed onderzoeksgroep Neurowetenschappen (UHasselt) en doet reeds 25 jaar baanbrekend onderzoek naar therapie en preventie van de ziekte van Alzheimer, in samenwerking met de internationale wereldtop. Haar vorige onderzoek heeft bijgedragen aan therapieën gericht tegen Abeta, die recent in de media veel aandacht kregen, en een belangrijk stap in de goede richting zijn, maar jammer genoeg nog niet voldoende efficiënt om de ziekte afdoende af te remmen. Onderzoek van Prof. Dewachter is reeds verschillende jaren gericht op de volgende stappen, deze omvatten therapieën gericht op tau, inflammatie en ApoE en vooral meervoudig gerichte therapie. Daarenboven richt het team zich recent ook op preventie van de ziekte, aangezien dit de beste oplossing vormt voor deze steeds toenemende uitdaging van onze maatschappij, met een enorme impact op elke patiënt en zijn/haar omgeving.

“Elke patiënt is een patiënt teveel”, zegt Ilse Dewachter.

Therapie en preventie van Alzheimer dementie: utopie of realiteit?

In België lijden naar schatting 220.000 personen aan dementie. Naar schatting 5% van de mensen ouder dan 65 jaar zou lijden aan dementie. Op dit moment krijgt ongeveer 1 op de 7 mannen en maar liefst 1 op de 3 vrouwen dementie. Op de leeftijd van 80 jaar neemt dit percentage toe tot 20%. In zeldzame gevallen (in België naar schatting tussen de 5 à 10.000 personen) komt dementie voor op jongere leeftijd, dus voor 65 jaar. In Europa lijden naar schatting meer dan 7 miljoen mensen aan dementie. Als je bedenkt hoeveel impact de ziekte heeft op 1 persoon en omgeving, dan is dit een ongelooflijk aantal.
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Er bestaat nog steeds geen medicijn dat de ziekte van Alzheimer kan vertragen, laat staan voorkomen. Gepassioneerde wetenschappers aan UHasselt zoals prof. dr. Ilse Dewachter en haar team geven ons hoop dat we in de komende jaren de doorbraak zullen meemaken.

Nieuwe stap in ontwikkelen therapie

Aanvankelijk, ongeveer 10-20 jaar geleden werd vooral gefocust op Abeta als ziektemechanisme. Hier werden intussen therapieën voor ontwikkeld, maar deze zijn jammer genoeg niet of niet voldoende efficiënt. We weten intussen immers dat dit een ziekteproces opstart waar verschillende processen een belangrijke rol spelen. Het zal dus belangrijk zijn om ook deze andere processen af te remmen. Professor Dewachter richt zich al geruime tijd, op de volgende stap in de ontwikkeling van therapieën voor Alzheimer Dementie voor de toekomst, gericht op efficiëntere therapie om het ziekteproces tegen te houden. Ze richt zich hierbij op nieuwe doelwitten, onder andere tau en ApoE. Hierbij focust de onderzoeksgroep op de recente identificatie van een beschermende mutatie tegen Alzheimer.
“Aan UHasselt voeren we binnen ons onderzoeksinstituut Biomed baanbrekend onderzoek naar een beschermende mutatie tegen Alzheimer. Als we beter begrijpen hoe deze mutatie precies werkt, die bij een patiënt succesvol het ziekteproces met 30-40 jaar afremde, kan dit bijdragen tot de ontwikkeling van een therapie tegen de ziekte van Alzheimer”, zegt prof. Ilse Dewachter hoofd van de BIOMED-onderzoeksgroep Neurowetenschappen aan Universiteit Hasselt.
Het onderzoek van Ilse Dewachter en haar team richt zich op een recente hoopgevende vinding bij een patiënt die drager was van een bepaalde mutatie die de ziekte van Alzheimer al op jonge leeftijd veroorzaakt. “In de hersenen van de patiënt werd het eiwit ABeta afgezet, we weten dat dit eiwit de ziekte van Alzheimer voorafgaat en initieert. Toch ontwikkelde de ziekte zich niet bij deze patiënt. Iets in de hersenen remde het ziekteproces -dat in gang gezet werd door Abeta- af, waardoor er geen symptomen ontwikkelden en hersencellen veel minder snel afstierven.”
Onderzoek wees uit dat dit komt door de aanwezigheid van de APOE3ch mutatie die werd teruggevonden in de hersenen van de patiënt. Die zou een beschermende rol spelen tegen het ziekteproces en de ontwikkeling van alzheimer dementie. “Het is de eerste keer dat een dergelijke bescherming tegen de ontwikkeling van alzheimer dementie bij een patiënt werd vastgesteld. Een baanbrekende ontdekking dus, maar hoe de APOE3ch mutatie precies werkt, weten we nog niet. En daar willen wij met ons onderzoek een antwoord op vinden”, zegt prof. Ilse Dewachter.
Inzicht in het mechanisme achter de APOE3ch mutatie kan een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een therapie tegen alzheimer. En dat dus zelfs bij mensen waar het bepalende eiwit dat de ziekte initieert, Abeta, al aan het opstapelen is in de hersenen. “Dat is heel hoopvol nieuws. Binnen ons onderzoek hopen we dan ook om het mechanisme achter deze mutatie te ontrafelen”, zegt Ilse Dewachter.

Preventie is dé oplossing

“Preventie is dé oplossing, want dit voorkomt het optreden van schade in de hersenen, die onherstelbaar is.”
Het onderzoeksteam doet tevens onderzoek naar preventie van Alzheimer Dementie. Dit onderzoek is gebaseerd op erg recente en innovatieve technologie die toelaat om stoffen in het bloed te meten die een beeld geven van de processen in de hersenen. Deze stoffen moeten in de toekomst dienen als een soort van “tracker” voor processen in de hersenen, en moeten aangeven of bepaalde lifestyle gunstig of ongunstig is in de preventie van het ziekteproces.
Voor dit onderzoek nemen we bloedstalen en nemen we vragenlijsten af van de deelnemers. We hebben hiervoor geïnvesteerd in erg gesofisticeerde apparatuur, van zodra de eerste internationale studie hierover uitgebracht was die aangaf dat hier mogelijks toekomstmuziek in zat, hebben we aan de UHasselt in dit onderzoek geïnvesteerd. Op dit moment is dit een steeds groeiende internationale onderzoekstopic, die heel erg beloftevol is. Er moet nog veel onderzoek gebeuren, maar stilaan rijpt de hoop om te kunnen toewerken naar preventie van deze ziekte. Ons onderzoeksteam investeert volop om een goed inzicht te krijgen in de betekenis van bloedgebaseerde biomerkers, die als trackers of merkers kunnen dienen voor processen in de hersenen. Bijgevolg kunnen we het effect van bepaalde interventies op risicofactoren, of effecten van bepaalde levensstijl en omgevingsfactoren op processen in de hersenen meten. Dit is een erg duur onderzoek, met name 1 plaat om 40 bloedstalen te meten kost al gauw 3500 euro. Maar dit is een kost die uitermate belangrijk is en de moeite waard is in vergelijking met de torenhoge economische, maatschappelijke, maar vooral ook persoonlijke kost, die de ziekte vandaag de dag opeist.

Voor dit onderzoek nemen we bloedstalen.... we hebben hiervoor zeer gesofisticeerde apparatuur die werkt met platen.... (uitleg platen, vernieuwing platen, kost platen,...)
Voor ons onderzoek hebben we geld nodig om nieuwe therapieën te optimaliseren en te testen, , zodat we sneller vooruit kunnen en deze nieuwe behandelingen kunnen aanbieden aan patiënten. En om verder inzicht te krijgen in het potentieel van biomarkers om preventieve strategieën te ontwikkelen.

Benieuwd naar ons onderzoek? Lees en kom meer te weten:

300.000€ voor onderzoek naar rol vetmetabolisme in hersenen bij Alzheimer

Neurodegeneratieve aandoeningen in kaart -

Universiteit Van Vlaanderen - Doodt Alzheimer méér dan herinneringen? 

UHasselt Fonds Dementie & Alzheimer 

Wil je het onderzoek van Ilse Dewachter steunen?

Schenk hier via rekeningnummer Universiteitsfonds BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Ilse Dewachter'.
Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.

Kankeronderzoek - Esther Wolfs

Esther Wolfs Kleiner

Esther Wolfs leidt het FIERCELab (Lab for Functional Imaging & Research on Stem Cells) binnen BIOMED aan de UHasselt, en droomt van een wereld waarin we kanker snel kunnen opsporen en efficiënt kunnen behandelen, zonder dat de patiënt moet inboeten in levenskwaliteit.
Jaarlijks krijgen immers ongeveer 70 000 mensen in België de diagnose van kanker. Door kanker sneller en beter op te sporen, stijgen de kansen op genezing aanzienlijk. Daarom is het belangrijk om nieuwe methodes te ontwikkelen waarbij we kanker snel en efficiënt kunnen detecteren, zodat de patiënt snel de juiste behandeling kan krijgen.
Tegenwoordig bestaan er verschillende manieren om kanker te behandelen. Vaak brengen deze toch erg veel last en ongemakken met zich mee, waardoor de levenskwaliteit van de patiënt een stevige duik kan nemen. In het FIERCELab onderzoeken we nieuwe methodes waarbij we enkel de tumor behandelen, terwijl we het gezonde weefsel sparen. Dit zal ervoor zorgen dat de patiënten minder neveneffecten van de behandeling ervaren.

Concreet betekent dit dat we in onze groep een nieuwe kankertherapie met stamcellen uit wijsheidstanden onderzoeken en ontwikkelen. Deze stamcellen bevinden zich in de kern van de tand en zijn zeer waardevol omdat er is aangetoond dat zij naar tumoren bewegen. Daarom gebruiken we deze stamcellen om een nieuwe therapie naar tumoren te vervoeren, dit in de vorm van een therapeutisch gen.

In onze groep onderzoeken en ontwikkelen we een nieuwe kankertherapie met stamcellen uit wijsheidstanden.

We hebben veelbelovende resultaten met deze nieuwe aanpak verkregen in een model voor hoofd- en halskanker, en we willen ons onderzoek nu uitbreiden naar meer dan 10 andere kankertypes waaronder longkanker, borstkanker, darmkanker en pancreaskanker.

Met onze nieuwe therapie proberen we enkel de tumorcellen aan te vallen en het gezonde weefsel te sparen. Hierdoor zullen patiënten minder last hebben van nevenwerkingen en moeten ze minder inboeten in levenskwaliteit omwille van de behandeling.

Voor ons onderzoek hebben we geld nodig om deze nieuwe therapieën te optimaliseren en te
testen, zodat we sneller vooruit kunnen en deze nieuwe behandelingen kunnen aanbieden aan
patiënten.

Benieuwd naar ons onderzoek? Lees en kom meer te weten:

Wil je het onderzoek van Esther Wolfs steunen?

Schenk hier via rekeningnummer BE36 4532 5278 1181 met vermelding 'Steun Onderzoek Esther Wolfs'.
Wil je een grotere gift doen, neem dan contact met ons op voor een discreet gesprek.