Verwijzen naar wetenschappelijke informatiebronnen

Waarom verwijzen naar informatiebronnen?

  • Bronvermelding is altijd nodig wanneer je een fragment letterlijk citeert en/of verwijst naar ideeën van anderen. Anders pleeg je plagiaat.
  • Plagiaat is een onregelmatigheid die bestaat uit overname of vertaling van het werk van anderen, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm en zonder adequate bronvermelding. Ook teksten laten opstellen door derden wordt als plagiaat beschouwd.
  • Als je een bachelor-paper schrijft of een master-thesis voorbereidt, ben ook jij een deelnemer in het wetenschappelijk netwerk. Daarom moet ook jij je positie in het netwerk aanduiden ten opzichte van anderen die over hetzelfde onderwerp hebben geschreven. Dit doe je door systematisch te verwijzen naar je informatiebronnen.
  • Onderzoek moet herhaalbaar zijn en wetenschappelijke theorieën zijn falsifieerbaar. Dat geldt ook voor je literatuurstudie. Je lezers moeten kunnen nagaan welke bronnen je gebruikt, zodat ze die desgewenst zelf kunnen raadplegen en een gefundeerd oordeel kunnen vormen over jouw invalshoek.
  • Je hebt GEEN bronvermelding nodig als het gaat om een algemeen erkende stelling of wanneer de ideeën, stellingen en interpretaties helemaal van jezelf afkomstig zijn.
  • In geval van een veelgebruikte publicatie moet je de juiste balans vinden in het aantal bronvermeldingen. We raden aan om dit te doen per alinea of logisch onderdeel.

Wat is refereren en waarom is het nodig?

Refereren is verwijzen naar de bron waaruit je citeert en/of informatie hebt geput, zodat je lezers de bron in kwestie (boek, tijdschrift, internetdocument …) kunnen terugvinden.

Naargelang de citatiestijl die in de opdracht wordt opgelegd of het stylesheet van de uitgever of het tijdschrift waarin je publiceert, gebeuren verwijzingen zowel rechtstreeks in de tekst (discursief, door middel van verkorte verwijzingen of in voetnoten) als in de vorm van een literatuurlijst op het einde van een publicatie.

Bronvermelding is altijd nodig wanneer je een fragment letterlijk citeert en/of verwijst naar ideeën van anderen. Anders pleeg je plagiaat. Bovendien stelt nauwkeurige bronvermelding de lezer in staat om de inhoud te toetsen en eventueel meer te weten te komen over hetgeen waarnaar verwezen werd.

Waarom geldt dit ook voor studenten?

De verspreiding van kennis gebeurt in de eerste plaats in een wetenschappelijk netwerk. Als je een bachelorpaper schrijft of een masterthesis voorbereidt, ben ook jij een deelnemer in het wetenschappelijk netwerk. Daarom moet ook jij je positie in het netwerk aanduiden ten opzichte van anderen die over hetzelfde onderwerp hebben geschreven. Dit doe je door systematisch te verwijzen naar je informatiebronnen.

Wat is plagiaat, hoe kun je het voorkomen en hoe wordt het opgespoord?

UHasselt hanteert onderstaande definitie van plagiaat:

Plagiaat is een onregelmatigheid die bestaat uit overname of vertaling van het werk van anderen, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm en zonder adequate bronvermelding. Ook teksten laten opstellen door derden wordt als plagiaat beschouwd.

'...overname of vertaling van het werk...'

Werk = (fragment van een) tekst, afbeelding, cijfermateriaal, grafiek, geluids- of beeldopname, schema...

  • werk in gedrukte versie: boek, tijdschriftartikel...
  • werk in elektronische versie: online encyclopedie, e-book...

'...op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm...'

Citeren = letterlijke overname van een fragment tussen "dubbele aanhalingstekens".

Parafraseren = overname van iemands ideeën of stellingen in licht gewijzigde vorm, dit is geherformuleerd in eigen bewoordingen.

Vertalen = overname van teksten in een andere taal, bijvoorbeeld van het Engels naar het Nederlands.

'...zonder adequate bronvermelding.'

Citeren, parafraseren of vertalen zonder bronvermelding = plagiaat!

Let wel: Je mag  gerust citeren, parafraseren en vertalen: zo laat je zien dat je de relevante literatuur gelezen en begrepen hebt, onderbouw je je eigen ideeën of toon je hoe jouw werk zich onderscheidt van de bevindingen van je voorgangers.

Onderzoek moet herhaalbaar zijn en wetenschappelijke theorieën zijn falsifieerbaar. Dat geldt ook voor je literatuurstudie. Je lezers moeten kunnen nagaan welke bronnen je gebruikt, zodat ze die desgewenst zelf kunnen raadplegen en een gefundeerd oordeel kunnen vormen over jouw invalshoek.

Hoe kan je plagiaat voorkomen?

Enkele tips:

  • Bewaar tijdens je opzoekwerk je bronnen zorgvuldig. Dat kan het eenvoudigst via gespecialiseerde software (zie de pagina over reference managers) of manueel. Maak hierbij niet alleen een algemeen overzicht, maar noteer je referenties ook meteen in je notities met vermelding van de specifieke pagina’s! Indien je gebruik maakt van gespecialiseerde software, kan dit automatisch in Word en/of in andere tekstverwerkingssoftware.
  • Lees het onderdeel over hoe je correct verwijst naar je informatiebronnen
  • Volg de regels van het citeren, parafraseren en samenvatten. Bekijk ook zeker de onderdelen over wanneer en hoe vaak je verwijst
  • Mocht je vast komen te zitten, vraag zeker hulp aan je docent of aan de bibliotheek!

Hoe wordt plagiaat gedetecteerd?

UHasselt kan op verschillende manieren plagiaat opsporen, onder andere door gebruik te maken van plagiaatdetectiesoftware.

Plagiaat kan worden herkend aan:

  • het optreden van een stijlbreuk in de tekst (vlot vs. stroef, wetenschappelijk vs. populair taalgebruik, inleiding vs. corpus vs. conclusie);
  • onverwacht taalgebruik (té wetenschappelijk of té gesofisticeerd);
  • verschillen in opmaak in een tekst;
  • verschillende referentiestijlen;
  • fouten in of het ontbreken van referenties;
  • afwijking van het eigenlijke onderwerp;
  • ontbreken van recente referenties.

Plagiaat kan ook elektronisch worden opgespoord:

  • door een deel van een verdachte zin of meerdere zinnen in te typen in een zoekrobot (bijvoorbeeld google, bing…).
  • door gebruik te maken van software die specifiek ontworpen is om tekstovereenkomsten op te sporen. De Universiteit Hasselt beschikt over een plagiaatdetectiesysteem dat geïntegreerd is in BlackBoard. Studenten kunnen geen gebruik maken van deze tool, maar dat is in principe ook niet nodig, aangezien ze sowieso geacht worden alle bovenstaande tips nauwgezet op te volgen. Wil je als student toch je paper door een plagiaatchecker laten controleren, dan zijn er allerlei online tools beschikbaar, bijvoorbeeld Grammarly. De meesten zijn beperkt gratis te gebruiken. Let wel dat de vermelde tools enkel geschikt zijn voor Engelstalige teksten. Wil je een tekst in een andere taal, bijvoorbeeld het Nederlands, laten controleren, dan is de Scribbrplagiaatchecker een optie, al is deze niet gratis. We geven tot slot mee dat aan het gebruik van de deze tools geen rechten kunnen worden ontleend. Beschouw ze dus puur als een extra check op het einde van het schrijfproces.

Citeren, parafraseren en samenvatten

Wat verstaan we onder citeren, parafraseren en samenvatten, en welke richtlijnen moet je in acht nemen?

Citeren

Citeren betekent een stuk tekst letterlijk overnemen.
Opgelet: dit kan alleen onder volgende voorwaarden:

  • Het citaat mag niet te lang zijn en moet van belang zijn voor jouw werkstuk of scriptie.
  • Geef het begin en het einde van het citaat duidelijk aan (door het tussen aanhalingstekens te plaatsen of - bij langere citaten - door ze als blok te laten inspringen).
  • Neem het citaat over in de oorspronkelijke taal.
    • Als je bijvoorbeeld een Engelse tekst citeert in een Nederlands verslag, dan blijft het citaat in het Engels.
    • Als je er niet kunt vanuitgaan dat je lezers de oorspronkelijke taal begrijpen, dan geef je het citaat eerst in de oorspronkelijke taal en vervolgens een letterlijke vertaling van het citaat.
  • Citeer altijd in overeenstemming met de bedoeling van de bron. Let bijvoorbeeld goed op of het citaat niet ironisch bedoeld is en of de betekenis van het citaat niet verandert als je het uit de originele context haalt.
  • Vermeld bij het citeren de familienaam van de auteur, datum van uitgave en exacte pagina(‘s). Welke informatie je waar geeft, hangt opnieuw af van de referentiestijl die je hanteert. Kijk dus steeds goed in de stijlgids.
  • De complete referentie moet in de literatuurlijst achteraan terug te vinden zijn. Als er geen literatuurlijst is, zorg er dan voor dat de complete referentie in de voetnoten verschijnt.

Tip: Maak tijdens het schrijfproces reeds een duidelijk onderscheid tussen de tekst die je letterlijk overneemt en je eigen commentaar erbij, door de letterlijk overgenomen stukken tussen aanhalingstekens te zetten.

Parafraseren

Als je inhoud van een (meestal korte) tekstpassage, in je eigen woorden omschrijft, bijvoorbeeld een zin of een alinea, spreken we van parafraseren. Bij parafraseren gebruik je vaak alleen de familienaam van de auteur(s) gevolgd door de datum van uitgave. Of je dit systeem van korte referenties gebruikt, hangt opnieuw af van de referentiestijl of de stijlgids die je gebruikt.

Samenvatten

Een samenvatting is een verkorte weergave van een langer tekstgedeelte (bijvoorbeeld een aantal alinea’s, bladzijden, een hoofdstuk of een heel boek). Een samenvatting beperkt zich tot de hoofdlijnen en bevat veel minder woorden dan het origineel.

Opgelet: ook als je parafraseert of samenvat:

  • moet je bij iedere parafrasering of samenvatting duidelijk vermelden uit welke bron deze afkomstig is;
  • moet de complete referentie in de literatuurlijst achteraan terug te vinden zijn of naargelang de referentiestijl in voetnoten worden gegeven;
  • moet je de inhoud van de bron correct weergeven en moet dit in overeenstemming zijn met de bedoeling van de oorspronkelijke bron;
  • moet je ervoor zorgen dat de inhoud van de oorspronkelijke bron niet verdraaid wordt;
  • moet je ervoor zorgen dat duidelijk is waar de parafrasering of samenvatting begint en ophoudt.

Wanneer verwijzen en wanneer niet?

WEL verwijzen

  • Wanneer je andermans ideeën of informatie gebruikt, ben je altijd verplicht om naar de gebruikte informatiebron te verwijzen.
  • Dit geldt voor alle soorten informatie: feitelijke informatie, onderzoeksgegevens, een onderzoeksmethode, visuele informatie (zoals een afbeelding, grafiek, tabel of schema)...
  • Het maakt niet uit of de bron die je gebruikt een officieel gepubliceerde bron is of niet. Ook informatie uit bijvoorbeeld een lezing of uit een verslag of scriptie van een andere student moet je met een bronvermelding verantwoorden.

NIET verwijzen

In de volgende twee gevallen hoef je geen bronvermelding op te nemen:

  • bij een algemeen bekend feit.

    Voorbeelden van algemeen bekende feiten zijn de begin- en einddatum van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) of de naam van de huidige president van de Verenigde Staten van Amerika

    Minder bekende historische gebeurtenissen zoals de begin- en einddatum van de Derde Punische Oorlog (149-146 v.Chr.) of de namen van minder bekende politici, zoals de naam van de senaatsvoorzitter van Madagascar in 2008-09 (Yvan Randriasandratriniony) zijn geen algemeen bekend feit.

    Twee vuistregels:
    (1) Geef een literatuurverwijzing bij alle termen, informatie en ideeën die voor jou nieuw zijn (die je geleerd hebt tijdens je onderzoek).
    (2) Als je twijfelt of je al dan niet moet verwijzen, neem dan een verwijzing op.

  • als de informatie helemaal van jezelf afkomstig is. Het is best mogelijk dat je op basis van informatiebronnen een eigen denkspoor ontwikkelt. Dergelijke ideeën, stellingen of interpretaties zijn van jou en hebben dus geen bronvermelding nodig.

Hoe vaak moet ik verwijzen naar mijn informatiebronnen?

Als je voor een bepaald gedeelte van je paper vaak eenzelfde wetenschappelijke publicatie als informatiebron gebruikt, volstaat het niet om aan het begin slechts eenmaal te verwijzen. Anderzijds is het ook onbegonnen werk om bij quasi iedere zin een zeer gelijkaardige bronverwijzing te gebruiken. Het is met andere woorden belangrijk dat je de juiste balans vindt in het aantal referenties naar deze basispublicatie.

Voorbeeld: voor een hoofdstuk over het leven van keizerin Zenobia van Palmyra gebruik je veel informatie uit onderstaand artikel:

Kelly, S.E. (2004). Zenobia, Queen of Palmyra. Notable Acquisitions at The Art Institute of Chicago, (30), 8-94.

  • Te weinig (per hoofdstuk): Ik verwijs slechts eenmaal naar dit artikel, namelijk één algemene referentie bovenaan bij mijn hoofdstuktitel.
  • De juiste balans (per alinea): Ik verwijs per alinea of logisch onderdeel naar de precieze passage in dit artikel.
  • Te veel (per zin): Ik verwijs bij iedere zin naar de precieze passage in dit artikel.

Hoe verwijzen naar informatiebronnen?

  • Het is van essentieel belang om voor iedere informatiebron die je gebruikt een referentie weer te geven.
  • De uitgebreide referenties neem je op in een literatuurlijst op het einde van je werkstuk (of naargelang de stijlgids die je gebruikt in de voetnoten).
  • De informatie die in een uitgebreide referentie moet worden weergegeven is afhankelijk van het type publicatie waaruit de informatie werd gehaald: (hoofdstuk uit) boek, tijdschriftartikel, webpagina...
  • De verkorte referenties neem je op in de tekst zelf (of in voetnoot afhankelijk van de referentiestijl en stijlgids die je gebruikt). Deze zijn bedoeld om je lezer bij het precieze fragment van de door jou gebruikte informatiebron te brengen.
  • Er bestaan honderden systemen om referenties te noteren, elk met hun eigen regels. Welk systeem je gebruikt, is afhankelijk van je opdracht, discipline of het tijdschrift waarin je je onderzoek wil publiceren.

Hoe verwijzen?

Referenties zijn bedoeld om je lezer te informeren over de door jou gebruikte informatiebronnen. De uitgebreide referentie neem je op in een literatuurlijst op het einde van je werkstuk (of als de stijlgids die je hanteert dat vereist: in de voetnoten); de verkorte referentie neem je op in de tekst zelf (of als de stijlgids die je gebruikt dat vereist: in de voetnoten).

Er bestaan honderden systemen om referenties te noteren, elk met hun eigen regels. In wat volgt is doelbewust gekozen voor de referentiestijl van de APA (American Psychological Association), aangezien dit een van de meest toonaangevende stijlen is.

Het is echter goed om weten dat iedere discipline haar eigen voorkeursstijl(en) heeft en dat wetenschappelijke tijdschriften vaak een eigen stijgids hebben, waarin bepaalde regels zijn aangepast. Informeer dus goed bij je docent of promotor welke referentiestijl je dient te gebruiken voor een bepaalde opdracht.

Tips:

  • Wanneer je gebruik maakt van een programma voor referentiebeheer (zie de pagina over bibliografische software) zitten de meest voorkomende stijlen voorgeprogrammeerd in de software. Met één muisklik kan je moeiteloos van de ene naar de andere stijl overschakelen. Ga wel steeds na of het resultaat foutloos is.
  • Gebruik steeds eenzelfde referentiestijl in je werkstuk.
  • Sommige referentiestijlen gebruiken meer gegevens dan andere. Het is dus belangrijk dat je zoveel mogelijk gegevens noteert om te vermijden dat je op het laatste nippertje nog extra gegevens van referenties moet opzoeken (bv. uitgever, pagina's).

Meer informatie over referentiestijlen

Een correcte literatuurlijst maken

Welke informatie bevat een uitgebreide referentie?

De informatie die in een uitgebreide referentie moet worden weergegeven is afhankelijk van het type publicatie waaruit de informatie werd gehaald:

Boek

  • Auteur(s) van het boek
  • Publicatiejaar
  • Titel van het boek (cursief)
  • Uitgave, druk...
  • Volumenummer
  • Uitgever

Voorbeeld: De Certeau, M., Giard, L., Mayol, P., & Tomasik, T. J. (1998). The practice of everyday life: Living and cooking (Vol. 2). University of Minnesota Press.

Hoofdstuk in boek

  • Auteur(s) van het hoofdstuk
  • Publicatiejaar
  • Titel van het hoofdstuk
  • Redacteur(s) van het boek
  • Titel van het boek (cursief)
  • Uitgave, druk...
  • Volumenummer
  • Paginanummers
  • Uitgever

Voorbeeld: Mastenbroek, J. (2004). Plaatsbepaling. In J. Mastenbroek, M. van Persie, G. Rijnja & B. de Vries (Reds.), Public relations: De communicatie van organisaties (5e druk, pp. 3-13). Kluwer.

Tijdschriftartikel

  • Auteur(s) van het artikel
  • Publicatiejaar
  • Titel van het artikel
  • Tijdschrifttitel (cursief)
  • Volumenummer (cursief)
  • Nummer binnen de jaargang
  • Begin- en eindpagina van het artikel

Voorbeeld: Schilder, L., & Kwakman, K. (2005). Het versterken van de professionele identiteit door leren in gemeenschappelijkheid. Sociale Interventie, 14(3), 17-28.

Webpagina

  • Auteur(s) of organisatie verantwoordelijk voor de inhoud
  • Publicatiedatum of datum van laatste aanpassing
  • Titel van de webpagina (cursief)
  • Titel van de website
  • Datum van raadpleging
  • Volledig internetadres (URL) van de webpagina

Voorbeeld: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. (2010). Bacheloropleidingen. HAN. Geraadpleegd op 1 juni 2010, http://www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/

Tips:

  • Ook Youtube, Facebook en andere sociale media kunnen als bron worden gebruikt. Voor de precieze werkwijze voor alle mogelijke soorten bronnen kan je terecht op de website van de APA.
  • Je kan tijdens het maken van je opdracht de volledige bibliografische gegevens noteren, inclusief paginanummer(s) waaruit de informatie gehaald is. Veel makkelijker is het om deze gegevens in te voeren in een softwarepakket voor referentiebeheer (zie pagina over bibliografische software). Bij het maken van je paper in Word kan je de referentie met een paar muisklikken invoeren. De bibliografie aan het einde van je tekst wordt automatisch opgesteld in een vorm naar keuze.
  • Leg tijdens je literatuuronderzoek altijd alle gegevens die je nodig hebt vast, zodat je ze bij de hand hebt als je je referenties gaat schrijven. Het is zonde van je tijd als je op het laatste moment weer opnieuw de bronnen moet gaan opzoeken om de juiste gegevens terug te vinden.

Algemene regels voor het opstellen van een literatuurlijst

  • De literatuurlijst komt op het einde van het werkstuk en begint op een nieuw blad.
  • Alle geciteerde werken in de tekst moeten hier terug te vinden zijn (en omgekeerd).
  • Rangschikking: De lijst wordt alfabetisch op familienaam van de auteur gerangschikt. Bij meer dan één werk van eenzelfde auteur wordt de volgorde bepaald door de datum van publicatie, beginnend bij de oudste.
  • Tabulaties: de eerste lijn van elke referentie in de literatuurlijst staat aan de kantlijn, elke volgende lijn van eenzelfde referentie moet inspringen. Tussen de referenties wordt geen regel opengelaten.

Bij ontbrekende informatie:

  • Als de gedrukte bron geen datum heeft, gebruik je z.d. in de datumpositie.
  • Als de gedrukte bron niet gepagineerd is, gebruik je de afkorting z.p.
  • Als een gedrukte bron meervoudig gepagineerd is (bv. Romeinse en Arabische cijfers), gebruik je de afkorting m.p.
  • Als de uitgever of producent niet gekend is, gebruik je z.u.
  • Voor andere ontbrekende informatie blijft het veld in de referentie leeg, bijvoorbeeld bij het ontbreken van een plaatsaanduiding.

Een verkorte referentie in de tekst maken

Een verwijzing in de tekst (of in voetnoot bij sommige andere referentiestijlen) is een referentie in verkorte vorm en is bedoeld om je lezer bij het precieze fragment van de door jou gebruikte informatiebron te brengen. Je noteert met andere woorden de betreffende pagina's en dus niet de begin- en eindpagina van een artikel of het totale aantal pagina's van een boek zoals in je literatuurlijst.

Bij de APA-stijl wordt de familienaam van de auteur(s) gecombineerd met het publicatiejaar. Zie onderstaande voorbeelden:

Boek

Uitgebreide referentie:
Mortelmans, D., Spooren, P., & Chandesais, O. (2010). Naar de bron: informatie zoeken en gebruiken in de sociale en humane wetenschappen. Acco.

Verkorte referentie:
(Mortelmans, Spooren, & Chandesais, 2010)

Hoofdstuk in boek

Uitgebreide referentie:
Mastenbroek, J. (2004). Plaatsbepaling. In J. Mastenbroek, M. van Persie, G. Rijnja & B. de Vries (Reds.), Public relations: De communicatie van organisaties (5de druk, pp. 3-13). Kluwer.

Verkorte referentie:
(Mastenbroek, 2004)

Tijdschriftartikel

Uitgebreide referentie:
Schilder, L., & Kwakman, K. (2005). Het versterken van de professionele identiteit door leren in gemeenschappelijkheid. Sociale Interventie14(3), 17-28.

Verkorte referentie:
(Schilder & Kwakman, 2005)

Webpagina

Uitgebreide referentie:
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. (2010). Bacheloropleidingen. HAN. Geraadpleegd op 1 juni 2010, http://www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/

Verkorte referentie:
(Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, 2010)

Tip:
Wanneer je refereert naar meerdere publicaties van eenzelfde auteur uit eenzelfde publicatiejaar, dan gebruik je het jaartal gevolgd door a, b, c.